Falsche Freunde - Domino

Heel goed. Heb je ook nieuwe valse vrienden voor ons?

Ik heb me al mijn hoofd over gebroken maar op dit moment kan ik geen nieuwe valse vriend bedenken. :face_with_monocle:

2 „Gefällt mir“

Wat denk je van deze? :smiley:

verrukt :netherlands: <=> :de: verrückt

5 „Gefällt mir“

begeistert :de: - verrukt :netherlands: <=> :de: verrückt - :netherlands: gek

3 „Gefällt mir“

Helemaal goed, Verena. :slight_smile:

Nu ben jij aan de beurt. :wink:

1 „Gefällt mir“

Ook in mijn boek gevonden:

sein :netherlands: <=> :de: sein

2 „Gefällt mir“

Heb je dat boek al eerder gelezen? :grin:

2 „Gefällt mir“

Nee echt niet, dat was gisteravond. :laughing:

Moet ik nieuwe valse vrienden bedenken.

Ja, maar ééntje is genoeg, :wink: omdat je het altijd in het meervoud schrijft.

Du musst nicht, aber wenn du einen neuen falschen Freund hast, darfst du ihn legen. :slight_smile:

Moeten dat niet valse vrienden zijn? Dat zijn toch twee begrippen. Dus twee valse vrienden.

Dus, als jij er een weet mag je verder. :grinning:

Hadden we eigenlijk
als :netherlands: # als :de: al?

Dat is en blijft toch steeds moeilijk en het is een echte klassieker.

4 „Gefällt mir“

:netherlands:
a)
overeenkomst (D wie)
net zoveel (D als)
Hij is even groet als jij.
…wit als sneeuw
De brief luidt als volgt…
Trots als hij was weigerde hij een beertje te drinken.
b)
verschil (D als)
De man was niet zozeer ziek als wel moe.
c)
uitzondering (D wie)
…nergens zo fijn als in A’dam
d)
wijze waarop iem/ iets wordt voorgesteld
(D wie)
…hij stond als versteend
… als bij toverslag veranderde alles
e)
hoedanigheid
Ik heb die vrouw nog als meisje meegemaakt.
f)
gelijktijdigheid (D wenn, als, wie)
Frits en Ann gaan naar bed als de zon ondergaat.
Als zij opstaat blijkt haar tas weg te zijn.
g)
voorwaarde (D wenn)
…als het mogelijk is…
…als ‘t u belieft …
Als mijn vader dat doet wordt ik heel bos.
h)
verklaring ( D als)
Tim werd als oudste in jaren de tijdelijke voorzitter.
Zij deed als was/ ware er niets gebeurd.
…als het ware (gleichsam)

:de:
als
a) Eigenschaft
Diese Spielerin gilt als die Beste der ganzen Mannschaft.
Als kleiner Junge war er oft krank.
…ihre Pflicht als Lehrerin erfüllen…
b)
Vergleiche (NL dan, als, behalve)
Bin ich klüger als mein Bruder?
Die rote Brille steht dir besser, als die Schwarze.
c)
in dem Moment, da NL( toen)
Kaum hatte er seine Frau begrüßt, als sein Sohn schon mit ihm spielen wollte.
Als er in Italien ankam, hatte er Fieber.
d)
als ob (NL alsof)
Sie schaut mich an, als wenn sie mich kennen würde.
Als ob ich das nicht gesehen hätte.
Er tat so, als wäre er glücklich mit ihr.
e)
in Modalsätzen (NL omdat, aangezien, daar)
Sie ist zu klug, als dass sie das nicht wüsste.
…so bald/oft/ schnell als möglich
(zo gauw/ vaak mogelijk)
Ich kann Ihnen insoweit helfen, als das wir Informationen vorliegen haben.
( in zoverre/ zover wij daarvan iets hebben…

3 „Gefällt mir“

Wow wat een werk :+1::+1::+1:

dat is niet zomaar even in de trein te lezen :wink:

4 „Gefällt mir“

Ik heb nu wel nog een valse vriend gevonden:

kies :netherlands: <=> :de: Kies

2 „Gefällt mir“

Maar je bent een woord vergeten. :wink:

1 „Gefällt mir“

ich wähle / entscheide mich = kies :netherlands: # der Kies :de: het grind

2 „Gefällt mir“

Ja, dat kan ook :grinning: . Maar ik heb nog aan een ander woord gedacht… :thinking:

1 „Gefällt mir“

de kies - der Backenzahn

2 „Gefällt mir“

Voor Rike en Gabi
Leuk, jullie hebben er twee oplossingen gevonden. Wie wil de volgende valse vriend bedenken?

1 „Gefällt mir“