[quote=„Goedin2018, post:488, topic:955“]
Zij storten zich vol hebzucht op het eten.- [/quote]
Op een of andere manier klinkt de zin een beetje raar.
(Im Zusammenhang mit Essen würde ich nicht Habsucht gebrauchen. Ich verbinde Habsucht immer mit „Mord aus Habsucht“, also in diesem Sinne.)
vol hebzucht?
Ik zou het vervangen met gretig.
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/duits-nederlands/vertaling/Gier
Habe ich so gefunden. Starkes Verlangen nach Genuss, Reichtum usw. Habsucht kenne natürlich auch so wie o.g. aus juristischen Quellen.
de hebzucht - sterk verlangen alles te willen hebben. siehe van Dale pocket
die Gier nach Macht - de begeerte naar macht
bijwoord . gretig
Er zog gierig an der Zigarette. - Hij trok gretig aan de sigaret.
gretigheid - die Begierde
Vol hebzucht kan hier wel hoor.
Als je gretig zegt wordt de handeling ‘beschaafder’.
der Geier (D) - de gier (NL) - die Gier (D) -gretigheid, hebzucht (NL)
Jij mag verder, @Goedin2018. 
Es reicht aus, wenn man den “valse vriend” einfach legt.
Hier heb ik een nieuwe, valse vriend:
als NL 
- als D 
Beter goed gejat dan slecht zelf verzonnen. 
Maar let op, er zijn ook zinnen waar de Nederlandse “als” en de Duitse “als” hetzelfde betekenen…
Ja, das passte in den Zusammenhang nicht so hinein, aber das würde ich im Deutschen in den allermeisten Fällen mit “dann” und im Niederländischen je nach Kontext vermutlich mit “dan, darnaa, vervolgens” übersetzen
(Daarna)
toen kan ook nog.
ik heb nog een mooie valse vriend:
schommelen - schummeln
schommelen NL - schaukeln, schwingen, pendeln > D
schummeln D - spieken, sjoemelen, vals spelen >NL
Wir sagen auf Deutsch auch: Ich mache mir einen Spickzettel für die Matheklausur. Bei den modernen Medien läuft es natürlich heute anders…
ja hoor dat is juist
In het NL zeggen we ook sjoemelen spreek uit als …
Hier heb ik een nieuwe, valse vriend:
vertragen - (sich) vertragen
verlangsamen, verzögern (D) = vertragen (NL) # (sich) vertragen (D) = met elkaar kunnen opschieten, goed bij elkaar passen (NL)
Hier is mijn nieuwe dominosteen:
der Steiger (D) # de steiger (NL)
der Steiger (D) = Aufsichtsperson im Bergbau; trägt die Verantwortung für einen Teil des Bergwerks und die ihm unterstellten Personen. Der Name wird abgeleitet von der früheren Tätigkeit des Steigers, dem wiederkehrenden Steigen und Einfahren in die Gruben.
Der Steiger wird in einem bekannten Bergmannslied, dem Steigerlied besungen: Glück auf, Glück auf, der Steiger kommt.
de steiger (NL) = Landungsbrücke, Bootssteg; Gerüst, Baugerüst;
in de steigers staan = eingerüstet sein; in Arbeit sein;
Ons huis staat in de steigers, omdat het helemaal gerestaureerd wordt. Unser Haus ist von Gerüsten umgeben, weil es komplett restauriert wird.
Genau,
wer mehr wissen möchte über die Geschichte des Steinkohlenbergbaus, den Text des Steigerliedes usw.
Hier is nog eentje:
die Bahn (D) # de baan (NL)
Wie lost het op?
Gewoon even de passende domino’s ernaast schrijven