Zoek de fouten (Nederlands)

Hoe vindt je die jurk? Die? Enig!

Hoe vind je de jurk? Deze? Enig!

1 „Gefällt mir“

Bijna! Hoe vind je is goed. De laatste die of deze zijn beide goed. Deze gebruik je als de jurk dichtbij hangt, die als de jurk wat verder weg hangt (eenvoudig gezegd).

Stel je voor dat je met een vriendin in een winkel staat. Jij wijst naar een jurk (je kunt die niet aanraken) en zegt: “Hoe vind je die jurk?” Jouw vriendin staat bij deze jurk en kan deze wel aanraken. “Deze? Enig!”

Andersom kan dus ook. Jij kan de jurk aanraken en zegt: “Hoe vind je deze jurk?” Wanneer je vriendin wat verder staat zal zij zeggen: “Die? Enig!”

Hoe vind je deze jurk? Deze? Enig!

Sorry, @Kitty. Dat begrijp ik niet.

Auf Deutsch:

Wie findest du das Kleid? Dieses? Einzigartig!

Ich stelle mir dabei vor, dass ich z. B. eine Freundin frage: Wie findest du das Kleid?
Dabei präsentiere ich ihr das Kleid.

Die Freundin fragt (zurück): Dieses? Einzigartig!
Man kann ja auch sagen. Dieses (Kleid hier)? Einzigartig!

In NL- ganz schnell von @alex und @ralf habe ich gelernt, dass man bei de-Wörtern (de jurk) deze und die verwendet.Bei het-Wörtern dit (wenn es in der Nähe ist) und dat (wenn es weiter weg ist.).

Da es sich aber um "dieses Kleid " handelt, müsste es deze heißen. (Und nicht jenes Kleid in Berlin.)

Also müsste es demnach heißen:

Hoe vind je de jurk? Deze? Enig! of
Hoe vind je deze jurk? Deze? Enig!

Alex hat auch super die niederländische Rechtschreibung und Grammatik erklärt.

Groetjes,
Andrea

1 „Gefällt mir“

Hoe vind je deze jurk? Deze? Enig!

De laatste die of deze zijn beide goed

Sorry, @Kitty. Dat begrijp ik niet.

Ik denk dat ze dit bedoelde: de laatste ‘die’ of ‘deze’ zijn beide goed. Het enige verschil zit in de afstand die de objecten t.o.v. jou hebben: ‘deze’ is relatief dichtbij en ‘die’ is verder van je vandaan.

2 „Gefällt mir“

Ja, dat weet ik wel, dat tussen deze en die het verschil in de afstand ligt. Maar daroom in dit geval deze of niet?

Dat ligt eraan welke “deze” je bedoelt, er staan er natuurlijk twee in jouw zin.

  1. De eerste “deze”: “Hoe vind je deze jurk?” “Deze? Enig!”
  2. De tweede “deze”: “Hoe vind je deze jurk?” “Deze? Enig!”

De eerste “deze” klopt inderdaad. Bij de tweede “deze” ligt het aan de situatie. Als jij de jurk vasthoudt, zegt je vriendin eerder “die”. Ze wijst ernaar en heeft hem niet zelf vast. Als je echter hier ook “deze” gebruikt, klinkt dat voor mij alsof ze zelf een andere jurk in haar handen heeft en het over die jurk heeft, of dat ze de jurk van je overgenomen heeft en hem nu zelf vasthoudt. Ergibt das Sinn?

2 „Gefällt mir“

Genau.

Grammatisch stimmt das, Andrea. Was das Thema betrifft haben @Ralf und @alex Recht. Aber der Abstand zwischen deze und die kann auch kaum zwei Metern sein, statt hier und Berlin.

Dank je wel, @Maartje. Jouw uitleg is goed! :+1:

1 „Gefällt mir“

Het probleem met ‘deze’ is dat je in deze scene een heleboel dingen kunt visualiseren. Alsof het een klein toneelstukje is. Maartje geeft haar draai eraan doordat de jurk aan de vriendin is overhandigd. Maar als de vriendin naar haar toe was gegaan en vlakbij haar gaan staan, waarna ze de jurk liet zien (zonder die te overhandigen), was ‘deze’ ook goed geweest. Daarom schreef ik ook ‘relatief’. Het woord ‘deze’ kan alleen maar gebruikt zijn als de jurk dichter bij de vriendin is gekomen of de vriendin dichter bij de jurk. Daaruit moet je concluderen dat er een beweging heeft plaatsgevonden, anders klopt de zin inderdaad niet.

4 „Gefällt mir“

Nieuwe strikzin:

  • Weet je de weg niet? Rijd maar met mij mee, ik ken haar wel dromen. (2 fouten)
2 „Gefällt mir“
  • Weet je de weg niet? Rijd maar met mij mee, ik kan hem wel dromen.
2 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin:
Ik gaa aanstaande zonndag naar Dommburg. Omdat daar vele Duitsen aanwesig zein die mij kunnen mag ik lekker veel Duits redeneren.

2 „Gefällt mir“

Ik had er al eentje een paar dagen klaar staan. Dan doen we er dan maar twee:
“Van de directeur hebben de leerlingen toestemming gekregen om een feest te mogen organiseren.”

1 „Gefällt mir“

Ik gaa (ga) aanstaande zonndag (zondag) naar Dommburg (Domburg), omdat daar vele (veel) Duitsen aanwesig zein die mij kunnen mag ik lekker veel Duits redeneren.

Ik ga aanstaande zondag naar Domburg, omdat daar vele Duitsers aanwezig zijn die me kennen, dus kan ik lekker veel Duits praten.

2 „Gefällt mir“

Ja Saylana, dat is het goede antwoord, prima.

1 „Gefällt mir“

Nog een strikzin:

  • We moesten een beetje door fietsen doordat het ging regenen. (2 fouten)

Hoi @Ludo,
ich glaube, der Satz von Frank steht noch aus:

Wollen wir den zuerst in Angriff nehmen?

@alex
Even afwachten zou ik zeggen omdat het me leuker lijkt als de oplossing van een Duitstalig forumlid komt.
Je begrijpt dat ik het nu nog niet wil verklappen hi.

Nieuwe strikzin: Kunnen we ook een soortgelijk rubriek hebben voor Duits? (1 fout)