Zoek de fouten (Nederlands)

Goed punt, Andrea.

De inbreker heeft een (lidwoord) schilderij gestolen. Daarbij is het al duidelijk dat het om één exemplaar gaat. Stel je echter de vraag: ‚Hoeveel schilderijen heeft de inbreker gestolen?‘ luidt het antwoord ‚Hij heeft één schilderij gestolen‘.

Wanneer je een Nederlandse naam met een Präposition hebt (van Vliet, de Boer, van het Hek) schrijf je de Präposition met een kleine letter. In mijn zin is er echter sprake van een schilderij, geschilderd door Vincent van Gogh. Zo’n schilderij is dan een echte Van Gogh, hier schrijf je ‚Van‘ met een hoofdletter.

2 „Gefällt mir“

Bedankt voor de link, Kitty.

Ja, dat klopt. Het verschil tussen ‚een‘ en ‚één‘ is dat de eerste een lidwoord is, en het tweede een ‚telwoord‘. De uitspraaktekens op ‚één‘ zijn bedoeld om verwarring tussen beide te voorkomen.

Was het maar waar dat je aan ‚van Gogh‘ of ‚Van Gogh‘ kan zien of het een vervalsing is :laughing:

1 „Gefällt mir“

Kitty, lees eventueel ook even mijn blogartikel, waar Andrea hierboven naar verwijst. In Van Gogh schrijf je het tussenvoegsel Van met een hoofdletter omdat er geen voornaam of voorletter voor staat, niet omdat het een schilderij is :wink:

4 „Gefällt mir“

Dank je wel, Alexandra.

Je kunt het goed uitleggen.

3 „Gefällt mir“

Hé, dát heb ik ook nooit geweten! Wel als het ging om kunstwerken zoals schilderijen, boeken, muziekinstrumenten en dergelijke.

Weer wat geleerd :relieved:

3 „Gefällt mir“

Hoeveel fouten zitten in onderstaande zin?

De langharige meisje wordt eersgisteren door haar docent tegen haar vingers getikt, omdat zij steeds met haar vingers aan haar haar zaten.

1 „Gefällt mir“

De langharige meisje wordt eersgisteren door haar docent tegen haar vingers getikt, omdat zij steeds met haar vingers aan haar haar zaten.

Het langharige meisje werd eergisteren door haar docent tegen haar vingers getikt, omdat ze****altijd met hun vingers op haar haar zaten.

1 „Gefällt mir“

Wenn ich alle gefunden habe, und das habe ich bestimmt nicht :grinning:, sieben.

1 „Gefällt mir“

Guck noch mal nach ‘zaten’…

1 „Gefällt mir“

Dit is zeker een val, dus ik schrijf nu niet “zat”. :wink:

Het langharige meisje werd eergisteren door haar docent tegen haar vingers getikt, omdat ze altijd met hun vingers op haar haar lag.

Na, das ist komisch! :smiley:

Het is géén val, maar het juiste antwoord heb je al geschreven: ‘zat’. :smiley:

1 „Gefällt mir“

Het langharige meisje werd eergisteren door haar docent tegen haar vingers getikt, omdat ze altijd met hun vingers op haar haar zat.

Zo waren er acht foutjes in de zin.

1 „Gefällt mir“

Nicht slecht!

Eerst het eerste deel van de zin. Hier zit nog één fout in. Het heeft met een zegswijze te maken.

2 „Gefällt mir“

van haar docent ?

Nee :wink: ‘Iemand … zijn vingers tikken’.

2 „Gefällt mir“

Nee :wink: ‘Iemand … zijn vingers tikken’.

op

2 „Gefällt mir“

Ja! Genau!

Het langharige meisje werd eergisteren door haar docent op haar vingers getikt.

Nu het tweede deel van de zin. Je weet al dat ‚zat‘ korrekt is. ‚Hun‘ is helaas niet goed.

1 „Gefällt mir“

We gebruiken dat ook in het Duits, Kitty. Geen idee waarom ik dat niet merkte. :slight_smile:

1 „Gefällt mir“

Je hebt me eens verteld dat hun en hen kunstmatig zijn en dat je altijd „ze“ kunt schrijven als je het niet zeker weet.

Laten we gewoon „ze“ gebruiken in plaats van „hun“ :wink:.

1 „Gefällt mir“