Dat ben je nog steeds Peter.:L
op de vroege ochtend und in de vroege ochtend gehen beide
Ja, ook voor vele Duitsers, dat is echt regionaal
op het station = am Bahnhof
De trein komt over een half uur. = Der Zug kommt in einer halben Stunde an.
Ik heb zoveel aan mijn hoofd - Ich habe so viel in meinem Kopf
kritiek hebben op iets / iemand = Kritik üben an etwas / jemandem
Zie ook : Peter1 geht zur Schule - #94 von Rike
Je moet overstappen op de andere trein. = Du musst in den anderen Zug umsteigen.
Je moet in Bad Bentheim overstappen op de RB 61. = Du musst in Bad Bentheim in die RB 61 umsteigen.
Huhu Andrea,
denk dran, unseren deutschen Satzbau beizubehalten: Du musst in Bad Bentheim in die RB 61 umsteigen.
Ik ben allergisch voor hazelnoten. = Ich bin allergisch gegen Haselnüsse.
geen zin hebben in = keine Lust haben auf
op het strand - am Strand
In den sauren Apfel beißen - door de zure appel heen bijten
(niet) aan elkaar verwant zijn - (nicht) miteinander verwandt sein
Ik denk dat je verwant bedoelt, Rike?
op een rij = in einer Reihe
op klaarlichte dag = am helllichten Tag
naar een exposite gaan - in eine Ausstellung gehen
Die niederländische Präposition naar entspricht in sehr vielen Fällen dem deutschen in (+4), Peter. Nicht nur in diesem Beispiel also
Steht das „(+4)“ für Akkusativ? Als Muttersprachler hat man‘s doch gut… Mit solchen komplexen Kasus-Formeln musste ich mich noch nie bewusst auseinandersetzen…