het amok = der Amok
1 „Gefällt mir“
het kompas = der Kompass
1 „Gefällt mir“
Dank Uwe 
De dressing 
- 
das Dressing
1 „Gefällt mir“
En dankzij Peter
het alarm - der Alarm
2 „Gefällt mir“
het spoor - das Gleis
de spoor - die Spore
Maar dat is toch niet verwarrend. 
Voor Uwe:
het spoor = das Gleis
de spoor = die Spore
Verwarrende lidwoorden / Unterschiedliche Artikel
Kijk:
„Waarvan het lidwoord verschil is“
PS: Das würde besser hierhin passen:
Zelfstandige naamwoorden met "het" en "de"
1 „Gefällt mir“
Maar tenminste interessant, omdat het spoor en de spoor bestaan.
1 „Gefällt mir“
de interesse = das Interesse
Taaltip voor Uwe
1 „Gefällt mir“
de limiet = das Limit
2 „Gefällt mir“
de datum = das Datum
Abgeschaut habe ich es beim Wortdomino. Danke @VerenaE. 
De verloopdatum
Tip:
Woorden die eindigen op -um zijn altijd onzijdig in het Duits: das Datum, das Museum, …
3 „Gefällt mir“
het ongeduld = die Ungeduld
het geduld = die Geduld
4 „Gefällt mir“
het gaas - die Gaze
3 „Gefällt mir“
het applaus = der Applaus
3 „Gefällt mir“
de knie = das Knie
3 „Gefällt mir“
het slop = die Gasse
in het slop raken
in eine Sackgasse geraten
2 „Gefällt mir“
de foto = das Foto
1 „Gefällt mir“
de portemonnee = das Portemonnaie, das Portmonee
1 „Gefällt mir“
de bingo = das Bingo
1 „Gefällt mir“
het circus = der Zirkus/ Circus
Voorbeeldzin: Het circus had zijn tent neergezet op het plein.
1 „Gefällt mir“