Es ist Winter. Neben der Schule hat jemand einen Text in den Schnee gepinkelt: “Lehrerin ist doof”.
Besagte Lehrerin, die ihre Pappenheimer kannte, stellte Fritzchen zu Rede: “Warst du das Fritzchen?”
Dieser antwortete schließlich : “Ja, ich war’s. Aber Erna hat geschrieben”.
3 „Gefällt mir“
Dit vind ik ook héél grappig. 
Een man loopt een seksshop binnen en vertelt de verkoper dat hij op zoek is naar een opblaaspop.
Verkoper: „ Wilt u een mannen- of een vrouwen-versie?“
Klant: „ Vrouw“
Verkoper: „ Wilt u een blanke of donkere?“
Klant: „Blanke“
Verkoper: „Wilt u een Christen of Moslim?“
Klant: „ Huh? het zijn opblaaspoppen, wat heeft geloof ermee te maken?“
Verkoper: „ Nou, heel veel, de moslim-versie blaast zichzelf op“.
3 „Gefällt mir“
Im Hause des Bundespräsidenten soll neues Personal eingestellt werden:
Was sind Sie von Beruf? - Koch! - Okay, Sie arbeiten in der Küche.
Und Sie, junge Dame? - Hauswirtschafterin! - Okay, Sie organisieren den Reinigungsdienst.
Und was ist mit Ihnen, mein Herr? - Ich bin Terrorist! - Okay, Sie sprengen den Rasen.
3 „Gefällt mir“
Twee sketches over het thema verjaardag. 
1 „Gefällt mir“
Sommige vrouwen moet je gewoon verstoppen 
1 „Gefällt mir“
…, om de mannen te zien die achter ze staan. 
In der Familie bin ich bekannt dafür auch mal 'nen Kalauer zu machen – nach dem Motto: “Besser ein schlechter Witz, als kein Witz…! ;-)”
In diesem Sinne:
- Stillleben eines jungen Teeners:
- Die Tage im Regen…
auf dem Weg…
“Was machst denn Du hier?”
- Eine richtig schlechte Fälschung eines (holländischen) Fahrrads:
10 „Gefällt mir“
Also Nummer 1 kommt mir durchaus bekannt vor (und ist mir deshalb so sympathisch 
)
5 „Gefällt mir“
Die Nummer 1 kenne ich auch zur Genüge. Reaktion: Papa, nur ein kleiner Geist hält Ordnung. Ein Genie beherrscht das Chaos.
4 „Gefällt mir“
Peter, mit den Fotos übertriffst du dich (wieder) selber!!!
1 „Gefällt mir“
Dann bin ich ja beruhigt, dass Nummer 1 kein totaler Einzelfall ist. 
Hier ist die Ausflucht: “Ist doch mein Zimmer”.
2 „Gefällt mir“
ich hab’ „ihm“ das Foto eben hier gezeigt.
Aber, es sieht doch jetzt gar nicht mehr so schlimm aus
war die Aussage, zu der nach meiner Meinung nur etwas anders verteilten kreativen Ansammlung – ist ja schließlich nichts statisches, da kommt dann vielleicht doch das Genie ins Spiel… 
2 „Gefällt mir“
Tipp
… nichts Statisches …
1 „Gefällt mir“
statisches vs. Statisches
Wieso groß? Ich denke Kleinschreibung muss hier korrekt sein.
Hallo Peter,
an der Stelle folgt dem Wort “nichts” ein substantiviertes Adjektiv. Deshalb die Großschreibung.
Beispiel:
Bewegung ist nicht statisch.
Aber:
Bewegung ist nichts Statisches.
Groetjes
Uwe
3 „Gefällt mir“
Danke für die Erklärung, hab’s nun auch nachgeschaut. Bei “die Roten”, “der Lustige” usw. wär’s mir klar gewesen, aber hier war mir das nicht aufgefallen, dass das Wort eine andere grammatikalische Bedeutung einnimmt.
1 „Gefällt mir“
De ene Schot tegen de andere Schot:
“Sinds wanneer stotter jij niet meer?”
“Sinds ik voor het eerst met Australië heb gebeld.”
6 „Gefällt mir“
Vorige week was ik even in Belgie in een iets wat leek op een postkantoortje. Daar zat een man achter het loket en een grote hond naast hem.
Op mijn vraag of die hond er altijd bij is, antwoordde hij: Ja Manneke, vier ogen zien meer als twee.
3 „Gefällt mir“
Een wat oudere dominee nodigt zijn jonge collega voor een dineetje uit. Tijdens het eten verwondert zich de jonge dominee over de attractieve en jonge huishoudster van de oudere dominee en zit erover na te denken of daar niets meer achter zit.
De oudere dominee merkt natuurlijk de blikken van de jonge dominee en zegt tegen hem:
„Geen angst mijn zoon, het is niet zo wat je misschien denkt“.
Enkele dagen later zegt de huishoudster tegen de oudere dominee, dat sinds het bezoek van de jonge dominee een dure zilveren lepel van het bestek verdwenen is.
De oudere dominee schrijft daarover de jonge dominee een brief waarin hij zegt:
„Beste collega, ik wil niet beweren dat jij van ons een zilveren lepel hebt gestolen en beweer ook niet dat jij het niet was. Feit is, dat sinds jouw bezoek bij ons een dure zilveren lepel verdwenen is“.
De jonge dominee schrijft terug: „ Geachte collega, ik beweer niet dat u een verhouding met uw huishoudster heeft, en beweer ook niet dat u het niet waar is.
Feit is, dat sinds mijn bezoek bij u thuis, u niet in uw eigen bed heeft geslapen, anders had u allang de zilveren lepel ontdekt!.
12 „Gefällt mir“