Je hebt gelijk, Alex. Ik snap het.
Het woord ‚verzamelen‘ zelf is niet fout en past in deze context prima.
De gebiedende wijs van ‚verzamelen‘ is echter ‚verzamel‘. In jouw geval wordt dat dus 'Hij antwoordt: “Heel lang en koud, verzamel hout!”
Van de gebiedende wijs heb je twee vormen: enkelvoud en meervoud. De meervoudsvorm schrijf je met ‚t‘ (verzamelt), maar is wat ouderwets. Deze meervoudsvorm met ‚t‘ kom je soms nog tegen in: 'Mensen aller landen, verenigt U".
De Indianen (meervoud) moeten dus hout verzamelen, dus zo’n opperhoofd zou kunnen zeggen: „Indianen, verzamelt hout!“
Of er een uitroepteken achter móet, weet ik niet.
Bedankt, dat wilde ik weten.
De Indianen (meervoud) moeten dus hout verzamelen, dus zo’n opperhoofd zou kunnen zeggen: “Indianen, verzamelt hout!”
Nou, eigenlijk is het duidelijk dat de leider de Indianen (meervoud) bedoelt,
Maar het woord (in dit geval: Indianen) moet ervoor staan? Ik bedoel in de gebiedende wijs.
Nee, dat hoeft hier niet. Uit de vorige zin is al duidelijk geworden dat ‚de Indianen‘ de vraag aan hun opperhoofd stellen. Het opperhoofd kan dus alleen maar hén bedoelen om hout te verzamelen.
Precies.
Andrea, tegenwoordig gebruiken we in het Nederlands bij de imperatief (de gebiedende wijs) eigenlijk alleen nog maar de enkelvoudige vorm, óók als het een aansporing betreft die gericht is aan een groep. Maar dat zei Kitty dus ook al
Ja, oké. Dank je.
De grap zit in de „Moppenverzameling“ van Isabelle.
Ik dacht echt dat het makkelijker was, om de mop in het Nederlands te vertellen.
Im nächsten Jahr fragen die Indianer wieder ihren Häuptling wie der Winter wird. Er antwortet: “Sehr lang und kalt, sammelt Holz!” Die Indianer sammelten Holz und der Winter wurde wieder sehr mild.
Een jaar later vragen de indianen hun opperhoofd opnieuw hoe de winter zal zijn. Hij antwoordt: „Heel lang en koud, verzamel hout.“ De indianen verzamelden hout en de winter werd weer heel zacht.
Im 3. Jahr hatten sie die Nase voll: “Unser Häuptling ist nicht weise genug, wir gehen jetzt zum weißen Mann. Der hat Meteorologen.” Gesagt, getan. “Weißer Mann, wie wird der nächste Winter?” Er antwortet: “Sehr lang und sehr kalt!”.
In jaar 3 waren ze het beu: „Ons opperhoofd is niet slim genoeg, we gaan nu naar de blanke man.
Hij heeft meteorologen.“ Zo gezegd, zo gedaan. „Blanke man, hoe zal de volgende winter zijn?“ Hij antwoordt: „Heel lang en koud.“
Skeptisch fragen die Indianer, woher er das denn wisse. Er antwortet: “Ganz einfach, die Indianer sammeln seit zwei Jahren Holz wie die Bekloppten.”
Sceptisch vragen de Indianen hoe hij dat weet.
Hij antwoordt: „Heel eenvoudig, de Indianen verzamelen sinds twee jaar hout als een gek.“
Sceptisch vragen de Indianen, hoe hij dat dan
kan wetenweet.
(als leermoment voor mezelf: ‚wisse‘ ist Konjunktiv I, de indirekte rede)
En in het stukje ervoor is een typefoutje: hou ipv hoe.
Verder zag ik helemaal niets
ipv.
Sceptisch vragen de Indianen, hoe hij dat wist.
Ja, ja, ik snap wel. Dank je, Peter. Ik ga het aanpassen.
Maar misschien kun je de fouten markeren? Dat zou ik leuk vinden.
Oder: Sceptisch vragen de Indianen hoe hij dat weet. (zeitliche Kongruenz)
PS: das Komma hinter Indianen ist nicht notwendig.
Grappig, ik dacht net aan deze oplossing. Dank je wel, Alex.
ik bedoel te zeggen dat ik verder geen fouten zie, valt dat tegen?
Oké, dan zal ik een nieuwe grap in het Nederlands proberen te vertellen:
Een enquête vindt plaats in een Duitse stad.
Reporter: "Wat is het grotere probleem in Duitsland: onwetendheid of onverschilligheid? "
Wat is uw mening hierover?
Het antwoord van de Duitser: “Ik weet het niet, maar het kan me niet schelen.”
Het zou leuk zijn als je de fouten niet corrigeert maar ze markeert. Alvast bedankt.
Nicht per se falsch, aber im Niederländischen würde man das anders sagen, Andrea.
Dank je wel, Alex.
In een Duitse stad wordt één enquête uitgevoerd. (?)
Ik bedoelde:
Er vindt een enquête plaats in een Duitse stad
oder
Er wordt een enquête gehouden in een Duitse stad.
Ik dacht dat je bedoelde dat “vind plaats” verkeerd is en ik een ander woord moet gebruiken.
Of in de correctie van Kitty. Ik dacht dat Kitty bedoelde dat het woord zelf verkeerd was.
Hm, ik begrijp deze dingen verkeerd, ik denk altijd dat het woord verkeerd is.
(Also es kommt für mich immer so rüber, dass das Wort an sich verkehrt ist und ich denke, dass ich ein anderes Wort nehmen muss.)
Ja, en het ding met de “er” begrijp ik.
Mijn suggestie “één” ipv. “een”, ehm, da dacht ik ook dat het raar is.
Er vindt een enquête plaats in een Duitse stad.
Voor scheidbare werkwoorden moet ik het zelfstandig naamwoord tussen zetten?.