Finde die Fehler im niederländischen Satz (für Anfänger)

Een nieuwe zin (102) met een fout:

  • Goedenavond, waarmee kan ik u van gedienstig zijn?
Chris 1

Goedenavond, waarmee kan ik u van dienst zijn?

1 „Gefällt mir“
Nicole
  • Goedenavond, waarmee kan ik u van dienst zijn?
1 „Gefällt mir“
Freyja 102
  • Goedenavond, waarmee kan ik u van dienst zijn?
1 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin (103) met een fout:

  • Wat zit je haar leuk, bent je bij de kaper geweest?

PS Sorry twee fouten :woozy_face:

Chris 1
  • Wat zit je haar leuk, ben je bij de kapper geweest?
1 „Gefällt mir“
Nicole

Wat zit je haar leuk, BEN je bij de kapPer geweest?

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin (104) met een fout:

  • Een slijterij is een winkel waar alcoholische drinken worden verkocht.
Nicole

Een slijterij is een winkel waar alcoholische drAnken worden verkocht.

1 „Gefällt mir“
Chris 1
  • Een slijterij is een winkel waar alcoholische dranken worden verkocht.
1 „Gefällt mir“
Freyja

Een slijterij is een winkel waar alcoholische dranken worden verkocht.
(Moest een nieuw account aanmaken.)

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin (105) met een fout:

  • We hebben naar de markt gegaan om kaas te kopen.
1 „Gefällt mir“
Freyja 105

We zijn naar de markt gegaan om kaas te kopen.

1 „Gefällt mir“
Chris 1

We zijn naar de markt gegaan om kaas te kopen.

1 „Gefällt mir“
Nicole

We zijn naar de markt gegaan om kaas te kopen

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin (106) met een fout:

  • Hoor ik het goet?
Chris 1

Hoor ik het goed?

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin (107) met een fout:

  • Er staan een lange file op de weg naar Rotterdam.
Chris 1

Er staat een lange file op de weg naar Rotterdam

1 „Gefällt mir“
Freyja 106

Hoor ik het goed?

1 „Gefällt mir“