Finde die Fehler im niederländischen Satz (für Anfänger)

Franzing (16)

Het mooie weer was gisteren heel geschikt voor een fietstocht. De heel dag scheen de zon en de wind was zwak.

1 „Gefällt mir“
Verena 16

Het mooie weer was gisteren zeer (heel) geschikt voor een fietstocht. De hele dag scheen de zon en de wind was zwak.

1 „Gefällt mir“
Freyja 16

Het mooie weer was gisteren zeer geschikt voor een fietstocht. De hele dag scheen de zon en de wind was zwak.

1 „Gefällt mir“
Franzing (16)

Hoi Franzing,
Heel goed. Er is nog maar één fout over.
(zeer geschikt of heel geschikt zijn allebei wel goed, er is nauwelijks verschil in betekenis)
:grinning:

1 „Gefällt mir“
VerenaE (16)

Helemaal goed.
( zeer geschikt of heel geschikt zijn allebei goed, er is nauwelijks verschil in betekenis)
:grinning:

Freyja (16)

Perfect Freyja.
:grinning:

1 „Gefällt mir“
Franzing

De hele dag scheen de zon

1 „Gefällt mir“
Franzing (16)

Ja,dat is 'm, prima
:grinning:

Een nieuwe zin (17):

  • Gaat je met ons mee naar de nieuwe winkelcentrum in het stadt?
1 „Gefällt mir“
Birgit (17)

Ga je met ons mee naar het nieuwe winkelcentrum in de stad?

1 „Gefällt mir“
Birgit (17)

Uitstekend Birgit :grinning:

1 „Gefällt mir“
Freyja 17

Ga je (jij) met ons mee naar het nieuwe winkelcentrum in de stad?
(jij als het accent expliciet op deze persoon wordt gesteld?!)

2 „Gefällt mir“
Franzing (17)

Ga je met ons mee naar het nieuwe winkelcentrum in de stad?

1 „Gefällt mir“
Franzing

Franzing: den Text verdecken.:wink:

1 „Gefällt mir“
Freyja (17)

Helemaal goed.

Klopt.
Je
Normaal/neutraal is „Ga je mee“. „Je“ kan hier bijna weggelaten worden (bv. Kom ga met ons mee;
Jij (expliciet, niemand anders)
„Ga jij mee?“ („Wat vreemd, ik dacht dat je broer mee zou gaan.“)
„Ga jij mee, of zal ik je broer vragen?“

1 „Gefällt mir“
Ludo

Bedankt voor de uitleg Ludo. Dat is altijd behulpzaam.

1 „Gefällt mir“
Franzing (17)

Uitstekend Franzing :grinning:

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe zin (18):

  • In de bekledingwinkel zij onze Jantje tegen de verkoper: “Ik wilt een broek die met mei meegroeid.”
2 „Gefällt mir“
Verena (18)

In de kledingwinkel zei ons Jantje tegen de verkoper: “Ik wil een broek, die met me meegroeit.

1 „Gefällt mir“
Andrea (18):

In de kledingwinkel zei onze ons 1) Jantje tegen de verkoper: „Ik wil een broek die met me meegroeit.“

  1. Taaladvies | Vlaanderen.be

Ik heb het nu aangepast, @Ludo. :slight_smile:

1 „Gefällt mir“