der Mund (D) = de mond (NL) - der Mond(D) = de maan (NL)
3 „Gefällt mir“
de doos (NL) - die Dose (D)
2 „Gefällt mir“
de doos (NL) - die Dose (D)
Vielleicht auch etwas für @Kelly oder @Birgit? Einfach an den jeweiligen Enden die Übersetzung anlegen. 
3 „Gefällt mir“
Danke Andrea, ich korrigiere es. 
1 „Gefällt mir“
Mag ik even?
die Schachtel (D) - de doos (N) ---- die Dose (D) - het blik (N)
1 „Gefällt mir“
Ja Verena, jij mag de volgende opgave maken.
1 „Gefällt mir“
lager (N) - Lager (D)
1 „Gefällt mir“
niedriger (D) = lager (N) - Lager (D) = kamp (NL)
1 „Gefällt mir“
het kamp of het magazijn
2 „Gefällt mir“
De nieuwe dominosteen is
de schilder (NL) - die Schilder (D)
2 „Gefällt mir“
der Maler - de schilder (NL) — die Schilder (D) - de borden
1 „Gefällt mir“
de mist (NL) - der Mist (D)
2 „Gefällt mir“
der Nebel (D) = de mist (NL) # der Mist (D) = de mest (NL)
3 „Gefällt mir“
Ja, en de nieuwe “valse vriend”, beste Rike 
?
We hebben het zo gespeeld dat de voorganger altijd heeft bevestigd of het correct is.
(also das an beiden Seiten richtig angelegt wurde.)
2 „Gefällt mir“
Ik heb inderdaad op de bevestiging gewacht @Andrea1
Hier komt een nieuwe:
de bouwer (NL) # der Bauer (D)
2 „Gefällt mir“
. Sorry, der Beitrag erschien zweimal 
de bouwer (NL) - der Bauarbeiter (D) # der Bauer (D) - de boer (NL)
2 „Gefällt mir“
Juist!.
Jij bent aan de beurt
stoer (NL) # stur (D)
3 „Gefällt mir“
kräftig, stämmig (D) - stoer (N) ---- stur (D) - stug (N)