Bettina leert Nederlands

Mijn eerste oefentekst. Misschien wil iemand graag mijn tekst verbeteren?

Ik leer elke dag om mijn Nederlands te verbeteren. Vandaag ik oefend de getallen van een tot twintig. Ik oefend het tellen en de uitspraak. Ik heb veel plezier de taal te leren. Ik leer met boeken, het buurtaal-blog en met het forum. Een zin te formulieren vind ik erg moeilijk.

Das wollte ich ausdrücken:
Ich lerne jeden Tag um mein Niederländisch zu verbessern. Heute habe ich die Zahlen von 1 bis 20 gelernt. Ich habe das Zählen und die Aussprache geübt. Ich habe viel Spaß die Sprache zu lernen. Ich lerne mit Büchern, dem buurtaal-Blog und dem Forum. Einen Satz zu formulieren finde ich sehr schwierig.

6 „Gefällt mir“

Ik zal vanavond even naar jouw tekst kijken.

3 „Gefällt mir“

Dank je wel, Kitty.

2 „Gefällt mir“

Iets later dan gepland, maar hierbij mijn correcties:

  1. Heute habe ich die Zahlen von 1 bis 20 gelernt
    Vandaag heb ik de getallen één tot twintig geleerd

  2. Ich habe das Zählen und die Aussprache geübt
    Ik heb het tellen en de uitspraak geoefend

3 „Gefällt mir“

Geen probleem Kitty. Bedankt voor jouw correcties.
Prettige Kerstdagen.

Groetjes,
Bettina

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe tekst:
Ik heb sinds maandag verlof. Vandaag waren wij in het Nederland om te winkelen. We zijn om 4.30 uur s‘ ochtends met de auto weggevaren. Na vier uur en een half kwamen wij in Venlo aan. Wij hebben ons met pindakaas, appelstroop en rozijnenbollen ingeslagen.

Text in Deutsch:
Ich habe seit Montag Urlaub. Heute waren wir in den Niederlanden um einzukaufen. Wir sind um 4.30 Uhr losgefahren. Nach 4 1/2 Stunden kamen wir in Venlo an. Wir haben uns mit Pindakaas, Appelstroop und Rosinenbrötchen eingedeckt.

2 „Gefällt mir“

(1) Verlof is een speciale reden om vrij te krijgen van je werk. Je kunt bijvoorbeeld verlof krijgen voor een bruiloft, of je kunt met zwangerschapsverlof gaan. Urlaub=vakantie
(2) 's ochtends. Vroeger werd dit voluit geschreven: des ochtends. Nu worden ‚des‘ vervangen door 's.
(3) Nederlanders varen alleen over het water (en bij uitzondering in de luchtballon;). Over de weg rijden we :wink:

6 „Gefällt mir“

Hoi Anja,

Hartelijk bedankt voor jouw snelle correctie van mijn tekst en de uitleg.

Groetjes
Bettina

2 „Gefällt mir“
3 „Gefällt mir“

Es ist einfach so, Andrea, dass “verlof” eigentlich nur im Sinne unseres “Sonderurlaubs” gebraucht wird. Auch wenn es im eigentlichen Sinn mit “Urlaub” übersetzt wird. “Vakantie” ist der Urlaub, den man als Erholungsurlaub nimmt.

1 „Gefällt mir“

weiß ich :wink:

1 „Gefällt mir“

Ich glaube @Andrea1 hatte es als zusätzliche Erklärung für mich eingestellt.
Ich dachte vakantie ist die Reise die man im Urlaub macht, also war für mich verlof der „normale“ Urlaub. Außerdem fande ich das Wort schön :grinning:.
Wenn das Wörterbuch mehrere Möglichkeiten ausspuckt finde ich es immer schwierig, mich für eine Variante zu entscheiden. Dann muss mein Bauchgefühl ran :upside_down_face: .

2 „Gefällt mir“

Ik heb een vraag:

Manchmal steht in Texten “jouw” und manchmal “jou”. Wann verwende ich welche Schreibweise? Gibt es da eine Regel, oder ist es egal und ich kann es so oder so schreiben?

1 „Gefällt mir“

´Jouw´ hat mit dem ´Besitz´ zu tun:

  • Is dat jouw fiets of is dat mijn fiets?
  • Ja, dat was toch jouw idee?

Im Forum gibt es mehrere Beispiele:

1 „Gefällt mir“

Dank je wel, Kitty. Dat is een mooi video.
Dat help me verder. :grinning:

1 „Gefällt mir“

Noch zwei kleine Fehler:

Dank je wel, Kitty. Dat is een mooie video.
Dat helpt me verder.

Ik help
Jij helpt
Hij / Het / Dat helpt

1 „Gefällt mir“

Een nieuwe tekst. Bij voorbaat bedankt voor de correcties.

Wij hebben een caravan gekocht. Met mijn rijbewijs mag ik niet met grote aanhanger rijden, daarom moet ik een nieuw rijbewijs halen. Ik had afgelopen zaterdag mijn eerste rijles. Het onderdeel “achteruit links om de hoek rijden” gaat bij mij nog niet zo goed. Ik moet nog veel oefenen. Over twee weken heb ik rijexamen.

Wir haben uns einen Wohnwagen gekauft. Mit meinem Führerschein darf ich keinen großen Hänger fahren, deshalb muss ich einen neuen Führerschein machen. Ich hatte letzten Samstag meine erste Fahrstunde. Die Prüfungsaufgabe “Rückwärts links ums Eck” hat nicht so gut geklappt. Ich muss noch sehr viel üben. In zwei Wochen habe ich Fahrprüfung.

1 „Gefällt mir“

Ik kijk zo je tekst wel even na.

1 „Gefällt mir“
  1. In het Duits is het gebruikelijk om te zeggen ‚Wir haben uns etwas gekauft…‘ of ‚Ich habe mir etwas gekauft‘. In het Nederlands is dat niet zo, we zeggen ‚Wij hebben een woonwagen gekocht‘

Je kunt inderdaad een ‚woonwagen‘ kopen, maar ik denk dat je ‚caravan‘ bedoelt.

  1. Beter: Met mijn rijbewijs mag ik niet met een grote aanhanger rijden.

  2. ‚Jongstleden‘ is niet fout, maar we zeggen vaak ‚afgelopen zaterdag‘

  3. Je kunt proberen om ‚Prüfungsaufgabe‘ te vertalen, maar ik zou gewoon ‚onderdeel‘ zeggen: Het onderdeel „achteruit links om de hoek rijden“ gaat bij mij nog niet zo goed.

2 „Gefällt mir“

Bedankt dat je de tijd hebt genomen, Kitty.
Ik heb mijn tekst verbeterd.

1 „Gefällt mir“