Zoek de fouten (Nederlands)

Ja, dat is de bonus. Mijn zinsopbouw is hier goed, maar er zitten wel fouten in.

Je hebt ook een nieuwe fout toegevoegd.
Mijn laatste zin is slecht geformuleerd.

Andrea vroegt om en neuiwe zin waarnaar zei naar foutens kan zouken. Bei dezen: over wijnig foutens hoeft je niet zorg te maken. Meer fouter als in deze stukje ken niet.

Andrea vroeg om een nieuwe zin waarin ze na fouten kan zouken. Bij deze: over te weinig fouten hoeft ze zich geen zorgen te maken. Meer fouten dan in dit stukje kunnen niet.

Peter, was bedeutet jetzt fett und was kursiv?

Fett ist gut und kursiv ist falsch korrigiert worden.

1 „Gefällt mir“

OK, danke. Vielleicht nutzt du für “falsch korrigiert” lieber

<s>falsch korrigiert</s>

Das sieht dan so aus:

falsch korrigiert

2 „Gefällt mir“

Andrea vroeg om een nieuwe zin, waarin ze fouten kon opzoeken. Bij deze: over te weinig fouten hoeft ze zich geen zorgen te maken. Meer fouten dan in dit stukje kunnen niet.

Beter? Of heb ik nieuwe fouten gemaakt?

1 „Gefällt mir“

PS: Ik heb het stukje dat je voor mij schreef al klaar. (?)

2 „Gefällt mir“

waarin ze fouten kon opzoeken is goed. :+1:
Ik dacht zelf aan waarin ze naar fouten kon zoeken.

Jouw oplossing is prima, maar het gaat ook om nog één fout in de opgegeven zin.

1 „Gefällt mir“

Ik dacht zelf aan waarin ze naar fouten kon zoeken.

Gaat dat met „naar“? Op de cursus „NL - zeer snel“ heb ik een ezelsbrug gebouwd om dat te onthouden met „na“ en „naar“.

naar of na?

naaR = Richtung
Beispiel: Ik ga naar huis.

na kann man immer (so weit ich das sehe) mit dem deutschen Wort nach übersetzen.
Beispiel: na het werk = nach Feierabend.

Demnach dürfte es nicht passen. Oder habe ich dich da falsch verstanden, @alex ?

naar iets zoeken ist ein feststehender Ausdruck, Andrea.

Je kunt ook op zoek zijn naar iets.

2 „Gefällt mir“

Ja, oké, bedankt voor de uitleg, Elsa. :slightly_smiling_face:

1 „Gefällt mir“

Het stukje dat je voor mij geschreven hebt, heb ik al af.

2 „Gefällt mir“

Helemaal goed, Andrea :+1:.

PS: Du kannst im Niederländischen auch sagen:

Also zuerst das Hilfsverb und dann das Partizip II.

2 „Gefällt mir“

Ik ben boodschappen geweest, mijn niuwe gekopte kleden heb ik me meteen aangetroken.

2 „Gefällt mir“

Ik ben boodschappen geweest, mijn niuwe gekopte kleden heb ik me meteen aangetroken**.

Ik heb mijn boodschappen gedaan, mijn nieuw gekochte kleren heb ik me onmiddellijk aangetrokken.

2 „Gefällt mir“

Grammatisch alles okay :+1: und doch stimmt etwas nicht. :thinking:

Misschien is het : onmiddelijk aangetrokken (zonder me?)

1 „Gefällt mir“

Maar “ik ben boodschappen geweest” was totaal gebruikelijk in mijn omgeving. Heb ik iets mis?

Ik ben er vrij zeker van dat het altijd “boodschappen doen” is geweest.

2 „Gefällt mir“

Andrea, ik bedoel in mijn woonomgeving (Amersfoort) heb ik het altijd so gehoord en ook zelf zo gebruikt. Boodschappen doen is nu, en boodschappen geweest voor het verleden.

1 „Gefällt mir“