die Haut - het vel
de wc - das WC
het gedonder - der Ärger, die Schererei
het applaus - der Applaus
Übrigens: Ich sehe gerade was: die App-Laus , mindestens so gut wie die Blumento-Pferde
het begrip - der Begriff
Nou, etymologisch gezien heb je natuurlijk gelijk, maar eigenlijk is „het begrip“ „das Verständnis“. In „traag van begrip zijn“ zou je het als „schwer von Begriff sein“ kunnen vertalen, maar normaal gesproken is „der Begriff“ eerder „de term“.
bedankt Ruth, voor de uitleg. Vaak moet ik een woord in een zinsververband of tekst lezen, om de juiste betekenis te begrijpen.
Dat moet iedereen.
het sneeuwballengevecht - die Schneeballschlacht
Aber: de slag - die Schlacht
Ja, und
het gevecht - das Gefecht
Begrip in de betekenis van „Begriff“ hoor je best vaak. Bijvoorbeeld „dat is een bekend begrip“ of „overlast is een rekbaar begrip.“
Oh, en een nieuw verwarrend lidwoord:
de radio - das Radio
het gezin - die Familie
Maar: de familie - die Familie
ja, juist
Dank je wel.
het genot = der Genuss
het perk - die Grenze, die Schranke
het strafschopgebied - der Strafraum
aber: het gebied = das Gebiet
Das kann man so leider nicht so sagen, Verena. Perk kommt eigentlich nur in feststehenden Ausdrücken vor.
Zum Beispiel in:
Dat gaat alle perken te buiten → Das übersteigt jedes Maß