Ik heb een gedicht geleerd.
Het nieuwe woord is: begrijpen
Ik heb een gedicht geleerd.
Het nieuwe woord is: begrijpen
Ik heb nu begrepen, wanneer ik “samen” en wanneer ik “bij elkaar” moet gebruiken.
Het nieuwe woord is: lezen.
Ik heb een spannend boek gelezen.
Het nieuwe woord is schrijven
Mijn taalmaatje uit Amerika heeft me een lange e-mail geschreven.
Het nieuwe woord is: bewonderen
In het museum hebben we de prachtige kunstschatten bewonderd.
Nieuw: aankomen (arriveren)
Mijn zus is drie uur later dan gedacht in Rome aangekomen/ gearriveerd.
drie uur later
Nieuwe woord: verpieteren
Hij is een kok van niets, hij heeft de asperges weer verpieterd.
Nieuw: parkeren
Ik heb jouw jeep op een veiliger terrein geparkeerd.
Nieuw werkwoord: pinnen
terrain => terrein
Ik heb nog wat euro’s gepind bij de flappentap (geldautomaat.)
Nieuw woord: doorreizen
Hij heeft dag en nacht doorgereisd.
Het nieuwe woord is: doorroesten
Ik zal nog even zoeken naar een goede bron die vermeldt welk hulpwerkwoord bij een werkwoord behoort. Doorgereisd is goed, maar “heeft” moet volgens mij zijn “is” . Bijvoorbeeld: Iemand is op het vliegveld Schiphol geland, maar hij is doorgereisd naar Berliijn. Het hulpwerkwoord bij werkwoorden van beweging "komen , gaan, lopen , fietsen etc, is meestal “zijn”. (bv. We zijn weggegaan.)
Nieuw: kappen (van hoofdhaar, niet van bomen)
@Ludo
Als je een link kunt vinden zou ik daar blij mee zijn
Ik heb geleerd, dat zijn alleen maar wordt gebruikt als er een bepaalde doel / richting wordt aangegeven. Zoals bijvoorbeeld: Ik ben naar Amsterdam gefietst.
Zonder Amsterdam in deze zijn zou het volgens mij dan : Ik heb gefietst zijn.
Ik ga ook nog op zoek naar een bron
Ik heb iets gevonden: https://www.taalwinkel.nl/hebben-en-zijn-als-hulpwerkwoorden-van-tijd/
[/details]
De uitlaat van mijn oude auto is doorgeroest.
Nieuw woord: verhandelen
Dag Rike,
Gelukkig noemt ook de online “Van Dale” de bijbehorende hulpwerkwoorden bij werkwoorden. Jammer dat de gratis versie wat beperkt is.
Bij jouw voorbeelden zou ik zeggen dat het accent bij “Ik ben naar A gefietst.” ligt op “de reis.” (Anders gezegd: Ik ben naar A gegaan.") En bij “Ik heb gefietst” gaat het meer om de handeling (Wat heb je gedaan? Fietsen, misschien wel op een hometrainer.)
Je zou kunnen denken aan het verschil tussen “gegaan” => zijn, en “gedaan => hebben.”
Op de tweedehandsmarkt wordt van alles verhandeld.
Nieuw woord: opkomen
Hij is de trap opgekomen.
Het nieuwe woord is hengelen