Ik heb twee zonen. Zij zijn negen jaar en tien. Zij houd van voetballen en fietsen.
Ik houd van loopen - hardloopen. Ik will graag en marathonloop in de Nederland loopen.
Mijn eerste tekst:
Ik heb twee zonen. Zij zijn negen jaar en tien. Zij houd van voetballen en fietsen.
Ik houd van loopen - hardloopen. Ik will graag en marathonloop in de Nederland loopen.
Mijn eerste tekst:
Hallo Kaja,
ich finde deinen ersten Text prima.
Mijn eerste tekst:
Ik heb twee zonen. Ze zijn negen en tien jaar. Ze houden van voetballen en fietsen.
Ik houd van lopen- hardlopen. Ik zou graag een marathon willen lopen in Nederland.
Eentje nog :
Hallo Andrea,
vielen Dank für deine Korrekturen. Ich hab noch eine Frage dazu: Warum schreibt man ze anstatt zij? Ich dachte man spricht nur ze oder we aber schreibt zij oder wij.
Kann man generell immer ze oder we schreiben?
Gruß
Kaja
Guten Morgen Katja!
Ich besuche seit kurzer Zeit einen Kurs an der VHS. Die Kursleiterin hat uns erklärt, dass ze, we und je umgangssprachlich genutzt wird. Im Kurs besteht sie auf zij,wij,jij.
Liebe Grüße Alex
@Kaja Ga eens hier kijken: https://www.buurtaal.de/blog/je-jij-jou-jouw
@alex heeft het daar duidelijk gemaakt
Wie ich diese Wörte gebrauche gebrauche, ist je nach den Umständen. Je, we en ze sind unbetont. Jij, wij und zij sind betont.
Mijn dochter is zes, ze gaat al naar school.
Zij eten eerst, wij daarna.
Natuurlijk is het meestal niet zo duidelijk
@Rike
We waren tegelijk. Wel mooie duidelijke blog.
Im normalen Sprachgebrauch hört man keinen Unterschied zwischen jou und jouw . Den Hauch eines „W“ hört man übrigens in beiden Fällen.
In mijn omgeving hoor ik wel duidelijk verschil tussen jou en jouw. Wij hebben onze kinderen ook gecorrigeerd als ze het fout zeiden.
Mijn tweede tekst:
Vandaag ik ben heel moe. Deze dag war stressvol, omdat ik veel had om te werken.
s’avonds ga ik vroeg slaapen.
Mijn tweede tekst:
Vandaag ik ben ben ik heel moe. Deze dag war was stressvol, omdat ik veel had om te moest werken.
s’avonds 's Avonds1) ga ik vroeg slaapen slapen 2) (of: naar bed.)
sla-pen
Das kannst du dir ganz einfach merken, das Wort in Silben zerlegen:
sla - pen
Sla ist eine offene Silbe. Offene Silben enden auf einem Vokal. Der Vokal ist bereits lang , also reicht ein a aus.
Mijn derde tekst:
Laateste zondag ik ben Marathon geloopt.Het beginnt om tien uur.
Laater was het heel warm. Ik was moe naar 42,195km maar het was ook prima.
Nu heb ik een beetje “Muskelkater”
Wauw, 42,195km marathon.
Mijn derde tekst:
Afgelopen zondag heb ik een marathon gelopen. 1) Het begon 2) om 10 uur.
Later was het erg heet. Ik was moe na 42.195km, maar het was ook prima.
Nu heb ik een beetje „Muskelkater“ 3)
Beispiel:
Ik heb gelopen. = Ich bin gelaufen.
Ik ben naar Keulen gelopen. = ich bin nach Köln gelaufen.
Het beginnt om tien uur. = Es beginnt um 10 Uhr./ Es fängt um 10 Uhr an.
Muskelkater = spierpijn
Mijn vierde tekst:
Ik moet meer Nederlands leren maar ik heb weinig tijd.
Dat is niet goed.
In november begint een taalcursus.
Of ik deelneem?
Groetjes
Kaja
Alles goed
In het NL wordt ook vaak gezegd
Of ik deel ga nemen?
Hartelijk bedankt Peter
Hoi,
Mijn vijfde tekst (van het leerboek "Welkom!):
Vertaal in het Nederlands:
Sie sieht ihn - Zij ziet hem
Ich rede mit ihnen - Ik spreek met uw
Wir nehmen es - Wij nemen het
Er kennt euch - Hij kent (of weet?) jullie
Du siehst sie - Jij ziet zij (oder haar?)
Ihr redet mit uns - Jullie spreeken met ons
Sie kennen mich - U kent (of weet ?)mij
Ihr nehmt sie - Jullie nemen zij (of haar?)
Is dat juist? ik weet het niet
Groetjes
Kaja
Hoi Kaja,
Hier zijn mijn opmerkingen:
Goed gedaan!
Groetjes,
Ralf
Bedankt Ralf!
Goedemoergen,
Ik ben aan het trainen in Berlin. Het is prima.
Berlin is heel groot, luid maar interessant.
Doei!
Kaja
Succes met trainen, Kaja