kennst du das, dass du als Muttersprachler manchmal Details deiner eigenen Sprache ‚vergisst‘? Ich schrieb gestern:
„aan iemand voorbijrijden“
Richtig ist aber „langs iemand rijden“ oder „ergens voorbijrijden“, jedenfalls ohne „aan“. Zum Beispiel: „Eigenaar ziet auto voorbijrijden.“ Es ist also ein Germanismus von „an jemandem vorbeifahren“.
Hast du auch solche Erfahrungen, und Strategien wie Germanismen zu vermeiden? Es ist ein Phänomen, das sowohl Anfänger als Fortgeschrittene kennen.
Nach meiner Meinung entstehen solche Fehler schon mal dadurch, dass man sich zweisprachig bewegt (in einer anderen Sprache denkt und lebt als man spricht). Manchmal merkt man es rechtzeitig, dass man das gedachte Muster der anderen Sprache zum mündlichen / schriftlichen Ausdruck benutzt und man fragt sich in einer solchen Situation: “Wie heißt das noch mal auf Niederländisch (Deutsch o.ä.)?” Aber ich weiß, dass es noch viele andere Gründe für die Entstehung von solchen ‘- ismen’ gibt. Mal sehen, was die anderen über ihre Erfahrungen schreiben.
Och, ständig… Het ergste vind ik nog, dat ik het tegenwoordig niet eens meer doorheb. Tenzij ik er door iemand anders op gewezen word, natuurlijk. Ik kom nu even niet op een voorbeeld, maar ik zal vanavond eens opletten.
Na een dag alleen maar Duits spreken, is mijn Nederlands sowieso echt beroerd. Ik vind het tegenwoordig ook gek om dingen zoals “de mooie huizen” te zeggen. In mijn hoofd maak ik er regelmatig “de mooien huizen” van… Al komt dat waarschijnlijk doordat de vervoeging van bijvoeglijk naamwoorden iets is waar ik in het Duits nog lang moeite mee had (/heb). In het Duits moet ik er dus erg op letten, en dat kan ik in mijn hoofd blijkbaar niet uitzetten.
[details=Taaltip voor @ralf][quote=“ralf, post:1, topic:1680”]
Es ist ein Phänomen, das sowohl…
[/quote] Das is in deze zin geen voegwoord (Konjunktion), maar een Relativpronomen. Het verwijst namelijk naar het Phänomen. Daarom schrijf je het met maar één s.
Voorbeeld:
“Er erzählte mir, dass er morgen nach Mannheim fährt.” --> Konjunktion, verbindt twee zinsdelen.
“Er gab mir ein Buch, das er selber geschrieben hatte.” --> Relativpronomen, verwijst naar het boek.
[/details]
Niet doen, Kitty. Dat was een voorbeeld voor zo’n „Nederlandisme“ in het Duits en dus een grapje van mij. In het Duits zeg je: „Das kenn ich!“ of „Das kommt mir bekannt vor!“
Diejenigen, die gerade anfangen Deutsch oder Niederländisch zu lernen, sollten dieses Thema am besten erst dann lesen, wann sie wissen was korrektes Niederländisch oder Deutsch ist
[details=Zusammenfassung]Met onsonze kinderen wordwordt het steeds erger en gaat [wat, hun Duits?] achteruit omdat ze op school de hele dag Nederlands praten.
MevrouwMijn vrouw en ik zelfikzelf kunnen nu nog niet juistcorrect/goed Nederlands praten, maar het Duits wordwordt niet beter en aan het Engels denk ik liever helemaal niet.[/details]
“Juist” past inderdaad niet helemaal in de context. “Het antwoord op de vraag was juist” kan wel. Een taal kun je goed spreken, en als je geen fouten maakt, is het correct.
EDIT In Vlaanderen zou het overigens waarschijnlijk wel kunnen, bedenk ik me net.
Op internet vind ik geen enkele Belgische site die “juist” in verband brengt met een “taal goed spreken”. We zouden het aan iemand uit België kunnen vragen…@Inge of @Kelly toevallig of iemand anders? @Belleke?