Een nieuwe zin.
De geld is in mijn portemonee.
Een nieuwe zin.
De geld is in mijn portemonee.
Het geld is in mijn portemonnee.
Bijna goed. Er zit nog een foutje in verstopt.
Het geld zit in mijn portemonnee.
Je hebt een fout gevonden. In totaal zitten er drie fouten in.
Het geld zit in mijn portemonnee .
Helemaal goed.
Heel erg bedankt Andrea. Ik heb het nog een keer verbeterd en gelof nu heb ik alle fouten gevonden. De tip „positiewerkwoorden“ is echt hulpsam.
Prima, je hebt alle fouten gevonden.
Hier is weer een nieuwe zin (10):
- Ik vroeg aan de kassière of ik mocht pinnen want ik had niet genoeg euros bij me.
Ik vroeg (aan) de caissière of ik mocht (beter : kon?) pinnen omdat ik niet genoeg euro’s bij (met?) me had.
Ik vroeg aan de kassière of ik mag pinnen, want ik had niet genoeg euro’s bij me. (omdat ik niet genoeg euro’s bij me had.)
Ik vroeg (aan[1]) de caissière of ik mocht (beter : kon?[2]) pinnen omdat ik niet genoeg euro’s{3] bij (met?[4]) me had.
[1] Ik vroeg of Ik vroeg aan zijn beide goed (in geschreven taal heeft met “aan” de voorkeur)
[2] mocht of kon zijn beide mogelijk, maar er is enig betekenisverschil
[3] goed gecorrigeerd, het meervoud van euro is euro’s
[4] met is hier niet mogelijk, je hebt iets “bij je” (dingen als: een tas, een paraplu, of iets in je tas/portemonnee) . Met gebruik je als het om personen gaat: ik ben met mijn zus, zoon etc.
Ik vroeg aan de kassière of ik mag[1] pinnen, want ik had niet genoeg euro’s[2] bij me. (omdat ik niet genoeg euro’s bij me had.[3])
[1]Na “Ik vroeg” (verleden tijd) is “mag” niet goed. Het is wel mogelijk in een letterlijke vertelling (de zogenaamde “directe rede”) "Ik vroeg aan de kassière: “Mag ik pinnen?”
[2] heel goed, het meervoud van euro is euro’s
[3] is ook prima
Dus moet in dit geval ‘mocht’ eigenlijk de conjunctief van mogen zijn, niet de verleden tijd? Dan kan ik ook zeggen: Ik vroeg aan de cassière of ik zou mogen pinnen, … ?
Letterlijk vertaald: Ich fragte die Kassiererin ob ich mit meiner Karte bezahlen dürfe, …
Maar in spreektaal zeggen we: Ich fragte die Kassiererin ob ich mit meiner Karte bezahlen darf, …
Ik vroeg (aan) de kassierster of ik niet kon pinnen omdat ik niet genoeg euro’s met me had. [/ quote]
Ja, Verena, daar heb je volkomen gelijk in, klopt helemaal.
Ik vroeg (aan) de kassierster[1] of ik niet kon[2] pinnen omdat ik niet genoeg euro’s[3] met[4] me had.
[1] caissière of kassière, in België is kassierster de gewone term Kassière / caissière - Taaladvies.net
[2] Ja, in plaats van „mocht pinnen“ kun je ook zeggen „niet kon pinnen“, of heel correct „zou mogen pinnen“ (met dank aan Verena)
[3] goed gecorrigeerd, het meervoud van euro is euro’s
[4] „met“ is hier niet mogelijk, je hebt iets “bij je” ( dingen als: een tas, een paraplu, of iets in je tas/portemonnee) . Met gebruik je als het om personen gaat: ik ben met mijn zus, zoon etc.
Een nieuwe zin (11):
Heb je al gehoord of Jaap is geslaagd voor zijn rijexamen?
Nee, hij heeft nog niet gebeld en dat voorspelt niet veel goeds