In de blog komt de volgende zin voor:
„Waarom kunnen daarentegen steeds minder mensen Duits?“
Wat is in deze zin volgens het „standaard-Nederlands“ niet juist?
In de blog komt de volgende zin voor:
„Waarom kunnen daarentegen steeds minder mensen Duits?“
Wat is in deze zin volgens het „standaard-Nederlands“ niet juist?
Nu heb je me aan het denken gezet, Ludo.
Het enigste wat me een beetje stoort is het woord “kunnen”. Eigenlijk zeg je toch niet “ik kan Duits” maar "ik spreek/versta Duits"
Maar misschien heb ik het ook helemaal verkeerd en de fout ligt ergens anders.
Inderdaad is het mis met dat “kunnen” (in staat zijn tot iets, of de mogelijkheid hebben om iets te doen, bv. Ik kan schaatsen.)
Dat vaak wordt verward met “kennen” (kennis hebben van iets of iemand). (bv. Ik ken die schaatser.)
Wij kunnen (het) Duits spreken, verstaan, ik kan het begrijpen, jij kan het schrijven. (Dat presteren we toch maar even.)
“(Het) Duits kennen” is wat anders is: We kennen het, we beheersen het, we weten en begrijpen er alles van. (Er zijn talen waar we niets van kennen, niets van begrijpen etc.)
Je schreef vlekkeloos. Met uitzondering van “Het enigste” dat had “Het enige” moeten zijn.