Zinnen formuleren - Sätze formulieren

De vrolijke taalleraar zong een grappig straatdeuntje.

1 „Gefällt mir“

Een …

Een ongeduldige …

Een ongeduldige heks …

Een ongeduldige heks probeerde…

Een ongeduldige heks probeerde een…

Een ongeduldige heks probeerde een moeilijke …

1 „Gefällt mir“

Een ongeduldige heks probeerde een moeilijke taal …

De …

De brandende…

De brandende band…

De brandende band is …

De brandende band is een…

De brandende band is een vervelend …

De brandende band is een vervelende warmtebron.

Het …

Het groene …

Het groene marsmannetje …

Het groene marsmannetje kijkt

Het groene marsmannetje kijkt naar…

Het groene marsmannetje kijkt naar de …