s
ijs
rijs
krijs (van „krijsen“)
strijk
strijkt
rijksten (t => e ; +n)
steenrijk
strijken
rijkste
rijkst
rijst (Als ik door mag gaan , Geen probleem.
)
s
ijs
rijs
krijs (van „krijsen“)
strijk
strijkt
rijksten (t => e ; +n)
steenrijk
strijken
rijkste
rijkst
rijst (Als ik door mag gaan , Geen probleem.
)
rijt
s
ijs
rijs
krijs (van „krijsen“)
strijk
strijkt
rijksten (t => e ; +n)
steenrijk
strijken
rijkste
rijkst
rijst (Als ik door mag gaan , Geen probleem.
)
rijt
rij
s
ijs
rijs
krijs (van „krijsen“)
strijk
strijkt
rijksten (t => e ; +n)
steenrijk
strijken
rijkste
rijkst
rijst (Als ik door mag gaan , Geen probleem.
)
rijt
rij
ij
verder met
u
u
uw
u
uw
ruw