Wortpyramide - woordpiramide

f
af
laf

1 „Gefällt mir“

f
af
laf
faal

f
af
laf
faal
slaaf

1 „Gefällt mir“

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt

1 „Gefällt mir“

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde

1 „Gefällt mir“

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde
salade

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde
salade
lades

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde
salade
lades
lade

1 „Gefällt mir“

af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde
salade
lades
lade
dal

f
af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde
salade
lades
lade
dal
al

af
laf
faal
slaaf
asfalt
soldaat (f=>d; +o)
desolaat
staalde
salade
lades
lade
dal
al
a

Dan begin ik een nieuwe piramide met:

d

1 „Gefällt mir“

d
dij

1 „Gefällt mir“

d
dij
dijk

d
dij
dijk
dijkt

1 „Gefällt mir“

d
dij
dijk
dijkt
dijkte

d
dij
dijk
dijkt
dijkte
bedijkt Dat stuk polder werd pas in 1756 bedijkt en voordien was het een kwelder.

d
dij
dijk
dijkt
dijkte
bedijkt Dat stuk polder werd pas in 1756 bedijkt en voordien was het een kwelder.
bedijkte

1 „Gefällt mir“