Welcher Satz ist richtig – welke zin is juist?

Welcher der folgenden Sätze ist grammatikalisch richtig? A, B, C oder D?

A) Hij denkt dat het morgen zal regenen.
B) Hij denkt het zal morgen regenen.
C) Hij denkt het morgen regenen zal.
D) Morgen het zal regenen, denkt hij.

Wer traut sich? @Ralf und ich sind gespannt auf Eure Antworten :slight_smile:

1 „Gefällt mir“

zin A is juist, denk (en hoop) ik.
groetjes
beate

1 „Gefällt mir“

Je hebt helemaal gelijk, @Beate. Zin A is juist :slight_smile:

Hier komt een nieuwe vraag:

Welke zin klopt er niet?

A) Er zitten nog drie koekjes in de trommel.
B) Het zitten nog drie koekjes in de trommel.
C) In de trommel zitten nog drie koekjes.
D) Drie koekjes zitten er nog in de trommel.

Zin B klopt er niet.

Dat klopt, @Beate :wink:

Zin B klopt inderdaad niet.

Hoihoi!

Eens kijken of @Beate, @Andrea, @Daniel of iemand anders op de volgende vraag het goede antwoord weet. Welke zin is goed:

  1. Ik ben het je eens.
  2. Ik ben met je eens.
  3. Ik ben het met je eens.
  4. Ik ben het er met je eens.

Het goede antwoord komt morgen in de loop van de dag. Ik ben benieuwd naar jullie reacties :smiley:

Groetjes,
Ralf

1 „Gefällt mir“

Das könnte aber zum Beispiel auch etwas für @Kalyana, @Janine, @Carmen, @Lisa, @Juergen oder @Anne sein … :cold_sweat:

Hoi allemaal!
Vervolgens mij is zin 2 goed.
Een fijne avond nog!

2 „Gefällt mir“

Ik denk ook, dat het B is.

“Op Nederlands” is het als “op Duits”. :smile:Groetjes uit Hamburg, Andrea

2 „Gefällt mir“

Leuk dat jullie meedoen, @Beate en @Andrea!

Helaas is zin B grammaticaal niet juist. Het moet dus een ander antwoord zijn …

Ik ben helaas te laat, maar ich dacht ook, dat A juist is!:innocent:

2 „Gefällt mir“

Nee hoor @Ulrike, je bent niet te laat :slight_smile:

Ook zin A is echter geen correct Nederlands. Er blijven nu dus maar twee zinnen over …

dan is het zin 3, omdat in deze zin met “het” ook de object staat, waarover “ik met je eens ben” (maar zonder “er”, dat volgens mij nu echt niet nodig is :roll_eyes:).
groetjes
beate

1 „Gefällt mir“

Het juiste antwoord is inderdaad zin 3, @Beate :slight_smile: Heel goed.

Im Niederländischen ist der Ausdruck:

het ergens mee eens zijn (mit etwas einverstanden sein)

Zonder “er” dus, maar mét “het”.

Andere voorbeelden:

Ik ben het daar mee eens.
Daarmee ben ik het eens.
We zijn het niet met elkaar eens.

1 „Gefällt mir“

@ralf, kun jij een nieuwe vraag bedenken, nu @Beate het juiste antwoord heeft gegeven?

Haha, ik zie dat ik een lastige vraag had bedacht :laughing: Leuk om mensen tot in het hoge Noorden van Duitsland (Hamburg!) aan het denken te zetten, @Andrea: “in” het Nederlands :persevere: :smiley: Bedankt ook @Beate en @Ulrike voor jullie antwoorden, ik zal eens snel een nieuwe opdracht gaan bedenken!!! Nu eerst even papa zijn en voor mijn twee kinderen zorgen :flushed:

2 „Gefällt mir“

Nee hoor?!
In?
Waarom niet op… Nee… Weet ik toch! :smiley: Maar de antwoord hadde ik niet gewisst. Zeg je dat zo?
Groetjes en tot ziens!

Hoi @Andrea, je bedoelt:

Het antwoord had ik niet geweten.

Die Perfektform gewist (met één s) bestaat trouwens wel, maar dat betekent “gelöscht”.

Dank je wel :smile::+1:t2:
Ik schrijf altijd als ik praat of als ik het OP HET DUITS (Ralf🙋🏼) denk.
Fijne dag en tot snel :wink:
Andrea :anchor: