Wenn man von einer Stadt namens Rijssel hört, werden viele damit wahrscheinlich nichts anfangen können und sich wundern, dass damit die nordfranzösische Metropole Lille gemeint ist. In Belgien sieht man diesen Namen noch auf Autobahnschildern, während man ihn in Lille selbst wahrscheinlich gar nicht mehr verwendet. Diese an Belgien angrenzende Region wird nicht ohne Grund als Französisch-Flandern bezeichnet und war dementsprechend auch ursprünglich niederländischsprachig. Außerdem sind die Altstädte vom flämischen Baustil gekennzeichnet, schön zu sehen z. B. im Film “Willkommen bei den Schti´s”, der in Bergues spielt.
Die niederländische Sprache spielt dort aber heute kaum noch eine Rolle. Es soll lediglich noch ein paar Dörfer geben nahe der belgischen Grenze, wo noch Niederländisch gesprochen wird, aber ansonsten ist Französisch-Flandern wohl vollständig “französisiert” (auf Niederländisch würde man “verfranst” sagen?). Weiß jemand ggf. mehr darüber oder hat Erfahrungen mit der niederländischen Sprache in dieser Region?
Im Gebiet um Dünkirchen gibt es zumindest noch einige Ortsnamen, die flämisch klingen, wie man hier auf der Karte sieht. Andere Ortsnamen scheinen zumindest „teilfranzösisiert“ zu sein, wie z. B. jene, die auf -kerque enden. Auffällig sind auch die Endungen auf -brouck.
Wobei die Region um Lille schon seit je her französischsprachig war, wie ich inzwischen erfahren habe und das ursprünglich niederländischsprachige Gebiet wohl ganz gut durch die Ortsnamen zu erschließen ist.
Het klopt inderdaad dat er steeds minder mensen in Frans Vlaanderen Nederlands spreken. Vroeger was het gebied Frans Vlaanderen veel groter dan vandaag (o.a. in Calais sprak men vroeger ook Nederlands). Ik heb thuis nog wel enkele boeken liggen waarin er meer informatie over de geschiedenis van deze regio te vinden is; in de loop van de week kan ik indien gewenst nog wat meer over deze interessante regio vertellen. Feit is alleszins dat het Nederlands een bedreigde taal is in Frans Vlaanderen; gevreesd wordt dat binnen een 30-tal jaar amper nog Nederlands gesproken zal worden in de regio.
Met betrekking tot de Nederlandstalige bzw. Franstalige plaatsnamen nog het volgende: niet enkel de (voormalige) Frans-Vlaamse plaatsnamen hebben zowel een Nederlandstalige als een Franstalige naam. Zo hebben bijvoorbeeld ook verschillende (taal)grensgemeenten in Limburg en Luik een dubbele naam. Het Luikse ‘Waremme’ kent men in Vlaanderen beter als ‘Borgworm’, en het Luikse ‘Trognée’ kent men in Vlaanderen misschien beter als ‘Truielingen’. Maar ook de Vlaams-Brabantse gemeente Tienen heeft in het Frans een andere naam: Tirlemont. De tweetalige benamingen van gemeenten komen dus zeker niet enkel in Frans-Vlaanderen voor.
Wobei es doch mehr oder weniger in ganz Belgien üblich ist, dass eine Stadt jeweils auch einen Namen in der anderen Sprache hat, zumindest wenn es eine etwas größere Stadt ist (z. B. Leuven/Louvain, Mons/Bergen, Gent/Gand, Tournai/Doornik usw.).
De dubbele benaming voor plaatsnamen is inderdaad typisch Belgisch. Taalwetenschappers gebruiken hier zelfs begrippen voor:
Een endoniem is de plaatsnaam zoals ze wordt uitgesproken door de bewoners van die gemeente (vb. Lille)
Een exoniem is de vertaling van die plaatsnaam (vb. Rijssel)
Maar ook in Duitsland komt dit voor, denk maar aan Aachen / Aken / Aix-la-Chapelle! Al zal dat in dit geval hoofdzakelijk met de geschiedenis van de stad te maken hebben (m.n. Karl der Große / Karel de grote / Charlemagne)