Men geeft zin: “Ze zit de hele dag voor haar computer.” en dat zou moeten zijn: “Ze zit achter haar computer.”
Vreemd. Voor de positie van iemand ten opzichte van een object hebben we voorzetsels als: voor, achter, onder, boven, op, naast. etc.
Bij activiteiten met een object zegt men „aan“ ( aan de computer, tafel, kassa, piano, enz.)
Men werkt „aan“ iets. (Gezegde "Er wordt aan gewerkt.)
Voorbeelden (positie):
De bladmuziek is achter de piano gevallen.
De pianokruk staat voor de piano.
De lamp staat naast de piano.
De pianist zit aan de piano. (niet op het bed)
De chauffeur zit achter het stuur en leest de krant.
Voorbeelden (activiteit):
De pianist speelt op de piano. *
De pianostemmer werkt aan de piano.
We zitten aan tafel.
De chauffeur zit aan het stuur en rijdt een stukje.
Soms wordt op gebruikt.
Bij (mobiele) muziekinstrumenten spelen de muzikanten op een instrument, maar er wordt ook wel gezegd: „Hij speelt op de piano, op het orgel.“ ("Niet letterlijk te nemen want bedoeld is „op het toetsenbord“.)
Voor suggereert een bepaalde mate van passiviteit. Je zit voor de tv (als een zoutzak, je doet verder niets). Achter suggereert een bepaalde mate van activiteit. Achter de computer moet je iets doen, knopjes indrukken, de muis bewegen, nadenken, etc.
Dat idee is mij, met permissie, een beetje te vaag Ralf.
In de meeste gevallen is het helemaal niet handig om met voor of achter aan te geven of iemand een toestel o.i.d. bedient. Als het om de aktie gaat, is het toch beter te zeggen: Ze zit aan haar computer, ze computert, ze is aan de telefoon, ze telefoneert, ze kijkt tv. Daarbij ga je er stilzwijgend van uit dat de houding/positie tov van het apparaat de gebruikelijke is. Nou ja, bij een clown die in een vreemde houding op een instrument speelt, is dat wat anders.
Ach, soms valt me zoiets op en ben ik benieuwd hoe andere mensen dat zien.
Nou ja, het Taaluniversum stelt dat de meningen tussen de taalgebruikers verschillen, en daar heeft men gelijk in.
In de taal van alle dag maakt het niet veel uit, men vat het toch wel op zoals het is bedoeld. De goede verstaander heeft aan een half woord genoeg. Dat is wel anders bij formele stukken (contracten, rapporten ed), dan is het toch erg belangrijk correct te formuleren. Dan heeft men te doen met mensen die een tekst op een voor jou zo ongunstig mogelijke wijze te interpreteren. In Amerika is een bedrijf veroordeeld tot het betalen van mljoenen omreden van een onjuist geplaatse komma een zg. „Oxfordse komma“ oa behandeld in: [ http://www.goedmettekst.nl/oxford-comma/ ] en
[ DPG Media Privacy Gate ]
Verschillen de meningen van taalgebruikers niet altijd, Ludo? Maar je kunt het gerust van me aannemen (en ook de site van het Taalunieversum interpreteer ik zo) dat het merendeel van de Nederlanders dit verschil tussen ‚voor‘ en ‚achter‘ (de pc) zo ziet (de mate van activiteit).
Goed Ralf, ik neem aan je daarin gelijk hebt.
Echter, zolang de meerderheid het goed vindt, hou ik nog maar staande dat de beschrijving van een plaats of positie geen of weinig informatie geeft over een activiteit. Ik beschouw/zie positie en activiteit nog als afzonderlijke begrippen. Zich ergens „voor“ of „achter“ bevinden staat los van het eraan werken. (Stel je voor dat je van de garage een rekening krijgt omdat een monteur voor of achter je auto heeft gestaan.)
Goed Ralf, verder geen probleem, maar misschien is de volgende vraag wel aardig:
Voor een spiegel staande, kamt iemand zijn haar. Kan je zeggen: Hij kamt zijn haar in de spiegel?
Flauw hé?
Toen ik Fries leerde, wilde ik ook altijd precies weten hoe het taaltechnisch in elkaar zat. Dat bleek in de dagelijkse communicatie met andere Friezen niet te werken - ik heb mij aan moeten passen aan hen, al was dat volgens de regels niet juist.
Wat ik geleerd heb dat ik een taal zo moet beheersen dat anderen begrijpen wat ik zeg. Ik denk dat het ook zo is met ‘achter’ de computer. Wanneer de meeste mensen ‘achter de computer’ zeggen weet iedereen dat iemand bezig is met de computer - en zal ik dat ook gaan gebruiken. In zekere zin vind ik omgangstaal belangrijker dan officiele schrijftaal en bovendien: taal leeft.
Bedankt voor je aardige reactie Kitty.
Je beschrijft mooi wat je hebt ondervonden bij het leren van een nieuwe taal.
Lastig. Voor het Fries heb je het voordeel van de dagelijkse omgang ermee. Aan taalregels heb je niet veel - je zou ze wel „taalkronkels“ kunnen noemen. Continu moet eraan gesleuteld worden, en verklaringen worden bedacht voor problemen. Maar we zullen het ermee moeten doen en luisteren naar wat we zo om ons heen horen en dat weer doorgeven. En wel snel, want anders lopen we achter. Inderdaad taal leeft.
Maar zodoende duiden er ook allerlei verrassingen op waar we ons mee kunnen vermaken. Heel wat grapjes zijn gebaseerd op dubbelzinnigheden, spelfouten, en dat is toch weer een leuke kant van de zaak. En aan de andere kant geeft het stof tot nadenken over merkwaardigheden, of het zoeken naar een mogelijke achterliggende verklaringen of, jawel, regels.
Zo vraag ik me nu weer af hoe het komt dat we zeggen: we zien iets „op“: een foto, het witte doek, de televisie, het beeldscherm, enz. ; maar … we zien iets „in“ de spiegel.
PS “Achter” de computer werkt zo onhandig, dus ben ik er maar “voor” gaan zitten om nog even te laten weten dat je beter “achter de computer” kan zitten dan “achter de tralies”.
Taal leeft inderdaad, Ludo. In het Fries kennen wij het woord wichtich. Inderdaad, dat komt uit het Duits. Steeds vaker hoor ik om mij heen belangryk. De invloed van het Nederlands is hier goed merkbaar, en ongemerkt neem ik dat ook over - hoewel ik het liefst zuiver Fries blijf spreken.
Ik denk dat op een foto met het 2-dimensionale vlak ervan van doen heeft, en in een spiegel in zekere zin 3-dimensionaal.
O ja: je hoort of ziet iets voor het eerst, je vindt het idioot, maar binnen de kortste keren gebruik je hetzelf ook. Het na-apen is ons aangeboren, het is een heel sterke „leerfunctie.“ Als baby leren we zo razendsnel, maar wel zonder besef, dat komt pas in een latere fase. Nu we voor een of meer talen die latere fase zijn, ontdekken we stukje bij beetje wat we zo allemaal klakkeloos hebben nageaapt. Gelukkig veel nuttige dingen maar ook … Nu moeten we voortdurend beoordelen wat we goed vinden en wat niet. Sommige aangespoelde woorden en uitdrukkingen zijn prachtig en een welkome aanvulling, andere kunnen wel weg. Mag iedereen zelf uitzoeken.
Dat is maar goed ook. Het behoort tot de dingen die we, als ademhalen, onbewust uitvoeren ( het autonome … stelsel oid) . Het is weer typisch iets voor mensen om ergens bij stil te gaan staan, doen dieren en planten niet. Als we gaan nadenken kunnen zien we wel aardige of grappige dingen voor aan de borreltafel, maar we kunnen dat beter niet te lang doen anders komen we in moeilijkheden en daar kunnen we maar slecht tegen. Dat geldt natuurlijk niet voor genieën hoewel die ook nog zo het een en ander hebben te ontdekken en te verklaren. Voor gewone zielen is het parool: “alles met mate”. Indien ik met m’n geklets de perken van dit forum te buiten ga, tik me dan op de vingers, ik zou namelijk betreuren.
In elk geval een prettig weekend gewenst.
Oh @Andrea1 voorzetsels (Präpositionen) zijn een dankbaar onderwerp.
Iedereen heeft daar een eigen mening over.
Een onderwerp om met voorzichtigheid te behandelen.
Discussies worden al gauw disputen en die ontaarden zomaar in slaande ruzies.
Duitsers zijn bij televisie kijken praktisch.
Ze gaan er voor zitten, wel zo handig, aan de achterkant is weinig te zien.
Gewoonlijk staan televisietoestellen tegen een wand, en dat maakt het moeilijk om erachter te kruipen:.
Met computers kunnen zij er ook beter voor gaan zitten.
Daar is het scherm veel gemakkelijker te bekijken.
En de bediening is ook veel eenvoudiger.
Alle gekheid op een stokje.
Vuistregel: het beste voorzetsel bij de bedieningsorganen (knoppen en handels) van apparaten en van stuurinrichtingen (bijvoorbeeld autostuuren) is „aan“.
Vergeet "voor"of „achter“ maar.
Maar bij de televisie is de „bediening“ niet zo belangrijk als het er naar kijken.
Daardoor kunnen we er lekker voor gaan zitten.
Zit je in een auto achter stuur?
Ja, dat kan…
Maar „aan het stuur“ is altijd goed.
Je ziet dat ik weer op mijn praatstoel zit (het woord „schrijfstoel“ bestaat niet, dacht ik.)
Trek aan de bel als ik ergens iets onbegrijpelijks heb geschreven.
Dank je wel voor de link @Andrea1
Altijd leuk te verzinnen hoe een gezegde kan zijn ontstaan.
Bij “achter de kachel blijven zitten” denk ik aan ouderwetse kolenkachels midden in een groot vertrek, (een boerderij, een kantine.)
Net als bij een kampvuur kan je daar in een kring omheen zitten. Het grappige is nu dat iedereen in de kring een ander “achter” de kachel ziet zitten. Van iemand die niet met anderen mee naar buiten gaat, maar die liever blijft zitten, kunnen zeggen: Hij/zij blijft “achter de kachel zitten”.
Waarschijnlijk blijft het een raadsel.