Dat ligt voor de hand. = Das liegt auf der Hand.
veroveren op - erobern von
Op de eerste mooie lentedagen wordt er veel in de tuin gewerkt. -
An den ersten schönen Frühlingstagen wird viel im Garten gearbeitet.
vraag (zum Beitrag vom 17.03.2018)
Die unterschiedlichen Präpositionen sind wirklich oft verwirrend.
Waarom heet dat “bij het vliegveld” en niet “naar het vliegveld” (richting)?
Das lässt sich kaum erklären, Franzing. Unsere beiden Sprachen verwenden die Präpositionen von/van, nach/naar, zu, bei/bij und in/in teils sehr unterschiedlich.
Vielleicht kannst du es dir so vorstellen:
Wie komme ich dahin, dass ich mich in der Nähe (also bei/bij) des Flughafens befinde …
Bedankt voor jouw answer.
Die Präpositionen sind wirklich verwirrend und manchmal wahrscheinlich nur stur auswendig zu lernen. Ich suche immer nach Regeln…
Diesen Thread habe ich schon mit einem Lesezeichen versehen, da ich hier öfter nachschlagen muss. Danke auch an @andrea1 für das Spiel.
“Ik vaar naar het vliegveld” ist aber richtig?
Ich segle zum Flughafen. Varen doe je alleen op het water.
Dus: Ik rijd naar het vliegveld.
Dank je wel!
(das wäre doch mal eine neue Variante )
Alex hat hier bereits ein neues Thema dazu gemacht
Twee vliegen in één klap slaan Zwei Fliegen mit einer Klappe schlagen
op de eerste rij zitten in der ersten Reihe sitzen
in de eerste rij
wird aber auch gesagt.
Oder auch:
in de voorste rij
Ik heb het vandaag aan Marlijn gevraagd, of ik ook kan zeggen, in de eerste rij zitten, omdat we in het Duits zeggen “in der ersten Reihe sitzen”.
Dat kan niet.
Je kunt in de rij staan, maar het is op de eerste rij zitten.
Of het echt niet kan durf ik niet te zeggen, maar voor mijn taalgevoel is het inderdaad
in de voorste rij staan en
op de eerste (voorste) rij zitten
Hij glijdt uit over de banaanschil. = Er rutscht auf der Bananenschale aus.
Sanne loopt naar de kassa. = Sanne geht zur Kasse.
Sanne betaalt bij de kassa. = Sanne bezahlt an der Kasse.
op (het) internet = im Internet
Met op en in of im zijn er veel voorbeelden.
Ik werk op kantoor. Ich arbeite im Büro.
: op het spreekuur komen = in die Sprechstunde kommen
tijdens het spreekuur binnenlopen kan net zo goed…