Vandaag heb ik een vraag - Ik kan er geen uitleg vinden: Wanneer gebruik ik ‘zeker’ en wanneer ‘vast’?
Deze zin heb ík geschreven: Het was zeker heel interessant.
Het antwoord van @Peter1 was: " zeker" is meer Belgisch. “vast” is Nederlands: Het was vast heel interessant.
Maar nu hier:
Mijn voorstel: Nee, ik schrijf zeker (of: vast?) geen thriller. Het antwoord van @Kitty : ‘zeker’ is goed.
Ik zou ‘zeker/vast’ in beide gevallen met: bestimmt of sicher vertalen. Maar wat is nu het verschil??
Im Wörterbuch liest du in der Tat, dass “vast” und “zeker” Synonyme sind. Die beiden Wörter haben aber auch (viele unterschiedliche) Bedeutungen je nach Kontext.
Wie Kitty, würde ich “zeker” in deinem Satz bevorzugen. “Zeker” druckt hier eine feste Überzeugung aus.
Wenn du in deinem Satz “vast” verwendest, geht es mehr um eine Vermutung, in der Sinne von “sehr wahrscheinlich”.
Om het wat moeilijker te maken, kennen we ook ‘Hij komt vast en zeker!’ (In België ‘zeker en vast’).
Hier betekent het ‘heel waarschijnlijk’ . Je kunt hier ook ‘Hij komt vast wel’ zeggen. De betekenissen van ‘zeker’ en ‘heel waarschijnlijk’ zijn niet altijd scherp afgebakend: soms zijn beide mogelijk en moet uit de context blijken wat bedoeld is.
Jammer, de links naar Taaladvies werken niet goed.
Ik denk dat je zegt: “vast en zeker” ( of de Vlaanse variant: “zeker en vast”) als je wilt zeggen dat iets onomstotelijk vaststaat. Bijvoorbeeld: Morgen is er weer een dag, vast en zeker. Geen twijfel mogelijik. In feite zeg je tweemaal hetzelfde::
Het staat vast dat …
Het is zeker dat …
Het kan een manier van zeggen zijn uit een lang vervlogen tijd, , heel lang geleden zei men bijvoorbeeld:
Inderdaad de link doet het, dat is mooi werk Andrea, bedankt.
De uitleg is wel duidelijk. Toch dacht ik er nog aan dat „vast“ soms wordt gezegd met een beetje reserve. Als de trein vast wel op tijd zal aankomen, dan kan het gebeuren dat hij toch te laat komt.
Sommige mensen beweren dat dat te vaak voorkomt, maar dat zijn zeurpieten , zeker en vast.