Toen we naar Nederland kwamen was ik heel verrast hoe lelijk zo vele bomen hier eruitzien. Tenminste was dit toen mijn gevoel.
Bomen die niet mogen groeien zoals ze willen, maar strak in een richting worden gebonden.
Of de bomen woorden gekapt en ingekort:
Inmiddels heb ik me an deze manier van bomen gewend en vind het niet meer zo raar, maar zie het gewoon als een cultuurverschil.
Men ziet hier ook veel meer sier-tuinen, zoals deze die als van een kasteel lijkt, maar echter bij en middenwoning hoort! Zou je in Duitsland waarschijnlijk nooit zien.
Op de andere kant zou ik veel “tuinen” van gewone middenwoningen ook niet met de uitdrukking “tuin” benoemen. In het Duits zou ik zeggen veel “tuinen” in Nederland zijn echter toch maar een “Hof”. “Hof” in het Duits – een vergelijkbaar woord blijkt in Nederland niet te bestaan om de onderscheiding tussen een plaats met (bijna) alleen maar tegels en een plaats met hoofdzakelijk groen (gras) en planten te onderscheiden?
Twee foto’s als voorbeeld wat ik in het Duits nooit “tuin” zal benoemen (deze gehele links mag ik hier posten, toch?)
Ik ben benieuwd hoe jullie die verschillen in natuur en tuin belevenis ervaren?
Een beetje zie ik hierin ook dat de Nederlands heel erg gewend zijn de natuur naar hun zin te vormen. “Onze” polder is helemaal niet in natuurlijk in de directe zien, ondanks dat het natuurlijk heerlijk natuur met veel vogels, schapen, koeien en andere dieren en planten is.
Ik ben ook benieuwd, hebben de ingekorte bomen een bijzondere naam? En de strakke, vlakke bomen?