Suzies huiswerk tekstjes (beginner - A1 / A2)

Voor de volgende Nederlandse les moeten we iets over onze woning schrijven en hier is mijn tekst:

We wonen in Duisburg vlakbij het centrum. Ons huis werd gebouwd in 1906. Op de begane grond bevindt zich een advocatenkantoor. De buurvrouw woont op de eerste verdieping samen met haar vriend. Ze heeft er ook een kleine schoonheidssalon. Ik woon met mijn man en onze hond op de tweede verdieping direct onder het dak. Onze woning is heel groot, met een gezellige keuken met ruimte voor een tafel. De woonkamer is een beetje donker, omdat er een grote boom voor het raam staat. Naast de woonkamer is een kleine slaapkamer. We hebben nog een grote slaapkamer met ruimte voor onze Pc’s en bureaus. De badkamer is heel groot met een douche en een ligbad. Helaas is er geen balkon, maar een gemeenschappelijke tuin.

2 „Gefällt mir“

Goed geschreven, Suzie. :slight_smile:

Voor de volgende Nederlandse les moeten 1) we iets over onze woning/ ons huis schrijven en hier is mijn tekst:

We wonen in Duisburg vlakbij het centrum. Ons huis werd gebouwd in 1906. Op de begane grond bevindt zich een advocatenkantoor. De buurvrouw woont samen met haar vriend op de eerste verdieping. Ze heeft er ook een kleine schoonheidssalon. Ik woon met mijn man en onze hond op de tweede verdieping. Die ligt 2) onder *de kap? (Bedoel je misschien „onder het dak“?)
Onze woning is heel groot, met een gezellige keuken met ruimte voor een tafel. De woonkamer is een beetje donker, omdat er een grote boom voor het raam staat. 2)

Naast de woonkamer is een kleine slapkamer. We hebben nog een grote slapkamer met ruimte voor onze Pc’s en bureaus. De badkamer is heel groot met een douche en een badkuip. Helaas is er geen balkon, maar een gemeenschappelijke tuin.

  1. zullen = werden, moeten = müssen, sollen
    Zullen en moeten

  2. Positiewerkwoorden: staan, liggen, zitten, hangen en lopen | Zichtbaar Nederlands

3 „Gefällt mir“

Dank je wel, Andrea :hugs:

1 „Gefällt mir“

Graag gedaan. (=Gern geschehen.)

Hier ist noch ein guter Beitrag über Haus und Wohnung. Am Ende des Beitrags sind auch einige nützliche Vokabeln.

Ik woon met mijn man en onze hond op de tweede verdieping. Die ligt onder het dak.

Hier würde ich schreiben:

Ik woon met mijn man en onze hond op de tweede verdieping, direct onder het dak.

Da diese positiewerkwoorden (Positionsverben) nicht so einfach sind. Ich habe damit immer noch Schwierigkeiten.

3 „Gefällt mir“

Dank je voor de prima link :+1: En nog een leuke blog gevonden :blush:

2 „Gefällt mir“

Ik zou zelf zeggen: „Die bevindt zich onder het dak.“

Hier staan nog een paar kleine foutjes in:

Naast de woonkamer is een kleine slaapkamer. We hebben (ook) nog een grote slaapkamer met ruimte voor onze pc’s en bureaus.

Omdat ik niet zo veel tijd heb, heb ik misschien nog iets over het hoofd gezien. Maar dit is mij in ieder geval nog opgevallen.

Trouwens, @Andrea1. Nog even over deze zin:
„Onze huis is gebouwd in 1906.“
Hier heb je onze verbeterd naar ons wat goed is. Je hebt echter ook is verbeterd naar werd. Het is echter ook gebruikelijk om te zeggen. Ik geef hier zelfs de voorkeur aan is, omdat het huis nog altijd bestaat. Ik lees en hoor ook meestal is in deze context.
„Ons huis is gebouwd in 1906.“

5 „Gefällt mir“

Dat klopt, ik heb dat over het hoofd gezien. :slight_smile: Sorry!

1 „Gefällt mir“
Over positiewerkwoorden gesproken:

Laila:

Ik zou zelf zeggen: “Die bevindt zich onder het dak.”

Nee, dat snap ik niet.

Bij @ralf heb ik geleerd dat als je kunt zeggen “bevindt zich” of “een vorm van zijn” in het Nederlands de zogenaamde positiewerkwoorden worden gebruikt.

We hebben over dit onderwerp uitgebreid in de online sessie gesproken.

Die Software befindet sich auf der Festplatte. = De software staat op de harde schijf.
Das Geld ist in meiner Brieftasche.= Het geld zit in mijn portemonnee.
Das Geld ist auf der Bank. = Het geld staat op de bank.

(Ik herinner me die zin nog heel goed, want ik vond het raar dat het geld op de bank “staat” en niet “ligt”. Ich habe es mir so gemerkt: Konto stand .)

En er waren nog meer voorbeelden.

Hier staan nog een paar kleine foutjes in:

En waarom is het hier staan en niet zitten ?

Conclusie: We hebben geen positiewerkwoorden nodig, omdat ik het altijd vervangen kan met een vorm van “bevinden zich” of “zijn”.

Dus:

In de doos zitten de schoenen. In de doos bevinden zich / sind de schoenen.
In mijn tas zit een mobieltje. In mijn tas bevindt zich / is een mobieltje.
Het geld staat op de bank. Het geld bevindt zich / is op de bank.

Maar ik heb het echt zo begrepen dat het typisch voor de Nederlandse taal is? Blijkbaar niet. Oké.

Maar ik dacht eigenlijk:

Wanneer je naar een plaats verwijst, gebruik je in het Nederlands liggen , zitten , of staan in plaats van zijn .

Niet: De was bevindt zich/ is in de droger.
Maar: De was zit in de droger.

Of heb ik het mis?

Zou een moedertaalspreker het misschien even kunnen uitleggen?

2 „Gefällt mir“

Ich würde sagen, Andrea, dass sich da der allgemeine Sprachgebrauch von der reinen Lehre unterscheidet und es natürlich auch davon abhängt in welcher Region der Niederländer lebt. So wie im Deutschen halt auch. Ich hätte auch “bevindt zich onder het dak” gesagt.

1 „Gefällt mir“

In plaats van badkuip zou je ook „ligbad“ kunnen gebruiken. Ook al is de letterlijke vertaling van „Badewanne“ badkuip, wordt toch meestal over een „ligbad“ gesproken.

2 „Gefällt mir“

Dennoch ist es sicherlich sinnvoll, die geläufigen Begriffe anzumerken. Und der ist hier nun mal “ligbad”. So wirst du es auch in jeder Wohnungsanzeige etc. finden. Das hat m.E. nichts damit zu tun, ‘nahe am Ursprungstext’ zu bleiben.

2 „Gefällt mir“

„bad“ ist übrigens nicht die korrekte/gebäuchliche Bezeichnung, die ist wirklich „ligbad“. Wenn du „bad“ sagst, wird der Niederländer viel eher annehmen, du meinst die „badkamer“.

2 „Gefällt mir“

Grappig hoe verschillend men in huis dan praat. Wij hebben het altijd over de badkamer en het bad.
De bovenste verdieping van ons huis is vrij hoog en direct onder het dak. Wij zeggen dat we op zolder twee kamers hebben. Boven één van de kamers hebben we dan nog een vliering gemaakt. :stuck_out_tongue_winking_eye:

2 „Gefällt mir“

Oké Peter, je hebt zeker gelijk, en dit is wat ik bedoel, taalgebruik verschilt. Kamer op zolder ken ik ook, maar een hele Appartement op zolder? Dat zou men toch eerder niet zeggen? Uiteindelijk is mijn conclusie juist - het is altijd afhankelijk van… - of niet? :wink:

1 „Gefällt mir“

Also irgendwie fehlt hier was, nämlich die Antwort von Andrea auf meinen Hinweis bezüglich “ligbad”.
Ist schon doof, wenn man hier seine eigenen Beiträge löschen kann, nachdem jemand anders auf diese reagiert hat (anders als in anderen Foren üblich). Somit stehen die weiteren Beiträge dann vollkommen aus dem Zusammenhang gerissen da.

1 „Gefällt mir“

Ja, meine Antwort klingt nun auch etwas doof… Andrea hatte übrigens geschrieben - auf den Einwand von Helga hin, dass „ligbad“ gebräuchlicher als „badkuip“ sei - sie und Kitty hätten bei den Korrekturen immer probiert, dicht am Originaltext zu bleiben.

1 „Gefällt mir“

Danke Gabi, ich habe die Antwort von Andrea in meinem e-mail Posteingang, nur das im Spoiler versteckte Stück wird da nicht angezeigt.
Also ein kleiner Tipp an alle Sich-Selbst-Löscher: Nie direkt auf einen Beitrag antworten, sonst erhält derjenige, auf den reagiert wird (entsprechende Einstellungen vorausgesetzt) den Antworttext per Mail. Sondern immer den “Antworten-Button” ganz unten nehmen, dann funktioniert’s auch mit dem rückstandsfreien Löschen :rofl::upside_down_face:

2 „Gefällt mir“

Voor mij is bad ook gewoon (lig)bad en badkamer badkamer. Bij bad heb ik nog nooit aan badkamer gedacht, maar gewoon aan een ligbad. Als ik zeg: “Ik ga nu in bad” bedoel ik dus ik ga nu in de badkuip liggen (met of zonder badeend). Over badkuip en ligbad. Ik zeg zelf eigenlijk altijd badkuip (behalve in de eerste zin van dit voorbeeld). Hier moet ik aan toevoegen dat ik het woord badkuip ook niet zo vaak gebruik, omdat ik dus eigenlijk altijd het woord bad gebruik. Maar als ik zou moeten kiezen, geef ik de voorkeur aan badkuip. Maar goed, dit is natuurlijk allemaal per persoon verschillend.

3 „Gefällt mir“

Correct.

Het erge is, dat er geen èchte regels zijn over welke van die woorden je gebruikt. Soms is het heel subtiel. Bijvoorbeeld, de melk staat in de koelkast, want Nederlandse melkpakken zijn langwerpig en staan rechtop in de deur. Het pak kan natuurlijk ook liggen, maar alleen als het nog ongeopend is. Als je dat weet, pas je het werkwoord daarop aan.

De was zit inderdaad in de droger, hoewel hij natuurlijk eigenlijk ligt. Je schoenen staan in de gang, hoewel liggen voor sommige mensen technisch gezien misschien logischer zou zijn. Het is helaas 1 van die dingen die je vaker gehoord moet hebben.

2 „Gefällt mir“

Ik zag dat dit gecorrigeerd werd. Wat jij schrijft is echter niet geheel verkeerd, het is alleen spreektaal. Of het in officiële schrijftaal toegelaten zou worden kan ik niet met zekerheid zeggen, maar er is geen Nederlander die je raar aan zou kijken als je dat zegt.

1 „Gefällt mir“