Partizip: gemaakt, gewerkt, gedacht

Peter, het is nu jouw beurt om een ​​nieuw werkwoord te noemen.

Het volgende werkwoord is WERPEN.

De teerling was geworpen: de vrouw met de bijscholing kreeg de baan.

Nieuw: tabellariseren

Ik heb all gegevens getabellariseerd.

New: repeteren

Oh bedankt Peter. Met alle gegevens in een tabel hebben we gerepeteerd en iedereen was tevreden.

Nieuw: leren

Vandaag heb ik weer een nieuw woord geleerd.

Nieuw: gieten

Mijn pak zit nog als gegoten

Niezen

1 „Gefällt mir“

Hè jasses, heb je in je elleboog geniesd?

Nieuw: stropen

Vroeger heeft mijn moeder vaak de mouwen naar boven gestroopt een gezegd: ik zal maar meteen aan de slag gaan met mijn werk.

Nieuw: zaniken

De peuter heeft aan de kassa van de supermarkt weer om de snoep gezanikt.

Nieuw: duiken

Wie is er van de hoge duikplank gedoken?

Nieuw: verven

1 „Gefällt mir“

Het was toch weer nodig dus ik heb onze kamers geverfd.

Nieuw: nabootsen

1 „Gefällt mir“

Vandaag hebben de kinderen weer de leraar nagebootst
nieuw oplopen

1 „Gefällt mir“

Gelukkig hebben we geen coronna opgelopen.

Nieuw: hopen

1 „Gefällt mir“

Hij had tot het einde gehoopt de nieuwe baan te krijgen.

Nieuw: raadplegen

Wat vertel je me nou, heb je een kwakzalver geraadpleegd?

Nieuw: bestellen

Na het verschijnen van de nieuwe bestseller werd het boek binnen 1 uur 250 keer besteld.

Nieuw: uitbannen

Landmijnen werden inmiddels internationaal uitgebannen

Nieuw veroorloven

Onze confrère heeft zich een cognacje veroorloofd

Nieuw: slaan

De klok heeft net middernacht geslagen

nieuw naaien