In mijn taalcursus woordt aanbevolen, teksten te lesen en protocollen erover te schrijven. Als ik dat alleen mak, helpt me dat niet bij het leren. Daarom schrijf ik ze hier en verheug me op jouw correcties.
Het eerste verhaal is “Het draakje met de rode ogen” uit Astrid Lindgren “Sprookjes onder de kersenbaum”:
De verteller vertellt van een varken, dat tien biggetjes gekregen heeft - en een draakje . Het varken was even verbaasd als de verteller en zijn broer. Wegens zijn tanden wilde het varken het draakje niet voeren. Dus hebben de verteller en zijn broer het gevoerd - bij voorbeeld met kaarsjes en touwtjes en kurken. Ze krabbelden hem zijn rug en visten hem uit het varkensvoer, als het daarin zwom. Kortom - aan een wonderlijke avond in oktober vloog het draakje vandoor in de hemel en de kinderen (de verteller en zijn broer) waren droevig.
Overigens: Astrid Lindgren is een goede beginner literatuur