Lessen van de wijze Uil

Dann weißt du schon, dass es (voraussichtlich) zwei Stunden dauern wird, nech?
Das ist nämlich m.E. der Unterschied zu „for three weeks“ etc im Englischen.
Nur die Polizei meldet: „Die Autobahn war für zwei Stunden gesperrt“ - als hätten sie das von vornherein gewusst. Angeber :rofl:

Ja genau. Ich schätze, dass meine Abwesenheit ungefähr zwei Stunden dauern wird.

Kann schon sein. Diese Feinheiten habe ich im Englischen leider vergessen. Irgendwann wurde Niederländisch zu meiner ersten Fremdsprache und dabei habe mir mein Englisch mit dem Niederländischen „versaut“. :laughing:

Die englischsprachigen Teilnehmer fragen natürlich "wieso kann ich hier nicht „für …“ gebrauchen. I’ve been reading for three hours. I’ve been away for a week or so.

Niet?

2 „Gefällt mir“

nou nee.
Het zijn dingen waar ik achter kom door samen met anderen daar op Duo te puzzelen. Plus van die zinnen die ik hier toch graag nog een keer aan een nieuwe „lichting“ Duitstaligen voorleg.
Trouwens, ik weet wel het een en ander, maar wijs vind ik mezelf nou niet zo…

Jeans

Dat is een leuke spijkerbroek. Dat is een leuke jeans.

Zouden jullie me daar jullie Duitse vertaling voor willen geven? Graag geblurd.

groet, Jörn

Volgens mij zowel „Das ist eine schöne Jeans“ als „Das sind schöne Jeans“

Als je " die schöne Jeans" ( enkelvoud)zegt, bedoul je " die schöne Jeanshose", en in de meeste gevallen is dit dan spreektaal.
Omdat " Jeans" een Engels woord is en deze broek twee broekspijpen heeft, is dit woord zoals in het Engels een meervoud.

Je hebt gelijk, meestal zeg je „die Jeans“ zonder bijvoeglijk naamwoord en zonder idee, of dat nu eenvoudig of meervoudig is.

Ja genau. Ich las bei Duden, dass der Singular hier neuer ist und langsam häufiger gebraucht wird. Es ist dann auch zu erwarten, dass die Entwicklung als erstes in der Umgangssprache stattfindet.
Im Niederländischen machen wir aus z.B. Shorts einfach den Singular ‚een short‘, aber ‚jeans‘ haben das s beibehalten.
Ich war mir dessen noch nicht bewusst.

Danke für eure Antworten!

Da’s mijn probleem niet

Duo de uil heeft mij met zijn corrigerende snavel weer wat bijgebracht. (‚beigepult‘ find’ ich auch sehr schön)

Iemand vroeg: mag ik in plaats van „Das ist nicht meine Adresse“ ook zeggen „Das ist meine Adresse nicht“. En ik merkte dat mijn taalgevoel er niet tegen in opstand kwam. Een typisch gevalletje van „kein Verlass“.
(In Steenwijk is een bushalte „Groot Verlaat“, ik moet daar altijd schmunzeln. ‚Großes Ehrenwort. Auf ihn ist Groß Verlass.‘)

Waarom kan dat in het Nederlands wel maar in het Duits niet? Terwijl je bijvoorbeeld wel kunt (en zelfs moet) zeggen „Ich sehe den Fehler nicht“.

Het is vanwege het koppelwerkwoord ‚sein‘. ‚Meine Adresse‘ is hier, vanwege dat koppelwerkwoord, het ‚naamwoordelijk deel van het gezegde‘. (Prädikative is korter, maar ook niet minder jargon.) En dat vormt - samen met de persoonsvorm - een Satzklammer. En je moet wel over een Sonderausweis beschikken om achter die Satzklammer (Schatzkammer?) te mogen komen.

In het Nederlands zetten we geen „wasknijper op de zin“. En daarom zeggen we naast „Dat is niet mijn adres“ net zo gemakkelijk (of eigenlijk zelfs nog eerder) „Dat is mijn adres niet“. Dat is dan parallel aan zinnen met een lijdend voorwerp (direktes Objekt, Akkusativobjekt) als „Ik zie het adres niet“, waar - precies zo als in het Duits - alleen die volgorde mogelijk is.

voor wie nog meer wil puzzelen:
wanneer is het dan een
naamwoordelijkdeelvanhetgezegde ?

Nederlandse leerlingen maken ook wel de fout om te schrijven „Er ist meinen Bruder“. Bij gebrek aan naamvallen valt ons dat namelijk niet zo op, en de meeste zinnen zijn gebouwd met [Subjekt - Verb - Akkusativobjekt und anderes Zeug].
Ze leren dan het rijtje koppelwerkwoorden uit het hoofd - en gaan weer de fout in wanneer zo’n werkwoord een keer niet als koppelwerkwoord voorkomt.
Ik leer ze dan: het is een NDG wanneer het dezelfde persoon of hetzelfde ding is als het onderwerp.
„Hij is mijn broer“ : ja, hij=mijn broer.
„Hij pest mijn broer“ : nee, de pester is een andere persoon dan mijn broer.

Tenslotte: let nog even op het verschil tussen „Er fragt sich“ en „Er fragt ihn“. Bij ‚sich‘ is het lijdend voorwerp wel dezelfde als het onderwerp.
Interessant feitje: „zich“ bestond helemaal niet in het Nederlands, totdat de schrijvers van de Statenvertaling (bijbel) zo graag, net als onze oosterburen, het verschil wilden kunnen aangeven tussen „hij ziet zich“ en „hij ziet hem“. Ze hebben toen simpelweg „sich“ geleend en het, geheel correct volgens de uitspraak, als ‚zich‘ geschreven. Het was misschien logischer geweest om het saksische „zik“ te nemen, dat ook in het Noordoosten van Nederland in dialecten voorkwam, maar misschien wisten ze dat niet.

4 „Gefällt mir“

Hoi Joern. Mooi artikel. Het lijkt op een column in een krant.

2 „Gefällt mir“