schon seit geraumer Zeit quält mich die Frage, warum man z.B. Folgendes sagt: Ik ben gaan slapen.
Der Infinitiv erschließt sich mir hier nicht, da man das Partizip des Perfekts im Niederländischen eigentlich ebenfalls mit “ge+…” bildet. Als Deutsch-Muttersprachler bin ich dazu geneigt “Ik ben gegaan slapen” zu schreiben. Niederländischsprachige Freunde konnten mir auch nicht wirklich eine Antwort auf meine Frage geben, sie verwiesen nur darauf, dass sich “gegaan slapen” falsch anhört.
Hier noch ein weiterer Beispielsatz, bei welchem sich mir die fettmarkierten Stellen nicht erschließen.
Ik heb een half uur in bed liggen lezen en toen ben ik gaan slapen .
Ich wäre überglücklich, falls hier jemand Licht ins Dunkle bringen könnte.
Ja, diese Frage hätte ich auch schon mal in ganz anderem Zusammenhang, aber so richtig lösen ließ sie sich für mich auch nicht. Ist anscheinend einfach so. Sprachen sind verschieden, und das Niederländische geht anders mit Infinitiven und Partizip Perfekt um als das Deutsche…
Een interessante vraag. Mijn eerste reactie was ook omdat het anders niet goed klinkt. Maar waarom dan niet. Grammaticaal weet ik de reden niet, met mijn subjectieve taalgevoel kan ik wel iets.
1- Ik ga naar een feest.
2- Ik ging naar een feest.
3- Ik ben naar een feest gegaan.
4- Ik ben naar een feest geweest.
De eerste zijn grammaticaal logisch. Maar nummer 3 is qua betekenis minder logisch. Niet de actie van naar het feest gaan, de reis, is belangrijk, maar het feest zelf. Dat zeg je eigenlijk met 4. Als je wel of niet op het feest bent geweest is de reis er naar toe van ondergeschikt belang.
Zo ook met slapen gaan. Zolang je nog niet slaapt is de reis naar het slapen belangrijk. Maar door de te zeggen ik ben gaan slapen komt de nadruk op de activiteit van het slapen te liggen.
Bij Ik ben slapen gegaan ligt het accent op de beweging naar het slapen toe.
Ik heb geen idee of andere Nederlanders dit net zo ervaren. Of het taalwetenschappelijk juist is weet ik ook niet