Hier is een nieuwe tekst. Misschien heeft iemand zin om de tekst te corrigeren. (@Elsa, @Maartje, @Kelly?)
Gisteren had ik zin om te bakken. Ik wilde een stroopwafelcake proberen omdat ik van stroopwafels houd.
Op internet heb ik ook een recept gevonden, natuurlijk in het Nederlands.
Ik begreep ook alles behalve de naam “zelfrijzend bakmeel”.
Hm, letterlijk vertaald “selbstaufsteigendes Backmehl”, nooit gehoord, google vragen.
Ik voer “zelfrijzend bakmeel - betekenis” in.
Ha, nu snap ik het, dit is een combinatie van bloem en bakpoeder.
Ik had de meeste ingrediënten thuis. Ik moest alleen kaneel en stroopwafels kopen.
Dus ging ik naar de supermarkt om deze ingrediënten te krijgen.
Natuurlijk was de kaneel geen probleem, dat had ik heel snel gevonden.
Het was al moeilijker met de stroopwafels.
Maar ik was er zeker van dat ik eerder stroopwafels in onze supermarkt had gezien.
Omdat ik deze niet meteen vond, had ik al een alternatief overwogen:
Hm, misschien Belgische boterwafels - ik had ze al in mijn hand.
Belgische boterwafels en stroop?
Maar “Zuckerrübensirup” smaakt niet van karamel, maar de karamel smaak is belangrijk.
Hm, misschien kan ik beter karamel koekjes nemen, dan heb ik tenminste de smaak.
Ja, ik denk dat dat een goed idee is.
Het waswerd al moeilijker met de stroopwafels.
Maar ik was er zeker van dat ik eerder stroopwafels in onze supermarkt had gezien.
Omdat ik deze niet meteen vond, had ik al een alternatief overwogen:
Hm, misschien Belgische boterwafels - ik had ze al in mijn hand.
Belgische boterwafels en stroop?
Maar “Zuckerrübensirup” smaakt niet vannaar karamel, maar de karamelsmaak is wel belangrijk.
Hm, misschien kan ik beter karamelkoekjes 1) nemen, dan heb ik tenminste de smaak.
Ja, ik denk dat dat een goed idee is.
Ja, dat kan prima. Wat de uitspraak betreft moet je dan even letten waar je de klemtoon op legt: ‚Dit was net zo moeilijk te schrijven als om de stroopwafels te vinden.‘
Ik heb even twee zinnetjes uit je vorige tekst gehaald:
Dus ging ik naar de supermarkt om deze ingrediënten te halen. Natuurlijk was de kaneel geen probleem, die had ik heel snel gevonden. Het werd al moeilijker met de stroopwafels.
Je bent dus in de supermarkt om inkopen te doen. Kaneel was geen probleem, die had je snel gevonden. Wat werd daarna moeilijker? Het [ inkopen doen ] werd al moeilijker met de stroopwafels.
‚Het‘ slaat hier op de eerdere activiteit, namelijk inkopen doen. Dat inkopen doen is na de kaneel een probleem geworden toen je de stroopwafels niet kon vinden. Vandaar ‚werd‘.
@Alex, heb jij misschien een grammaticale verklaring?
Wanneer je een smaak probeert te omschrijven, zeg je ‚het smaakt naar karamel‘. ‚Smaakt naar‘ hoort hier bij elkaar. Er is ook een gezegde: Dat smaakt naar meer (meer van dat willen hebben).
Hetzelfde geldt voor ‚ruiken‘. Buiten ruikt het naar vers gemaaid gras. Iets ruikt naar bloemen.
Kan iemand deze tekst controleren, misschien @ralf of @alex? Ik zou dat prima vinden, dank je.
Ik had het pakket met karamelkoekjes al in mijn hand toen ik ze zag: "“Karamellkekse - echte holländische Spezialität”, maar het waren ongetwijfeld “stroopwafels”. (In Aldi vind je ze onder: Holländische Waffeln -
Stroopwafels, karamell)
Toen ik thuiskwam, begon ik meteen te bakken.
De cake is gemakkelijk te bakken en smaakt goed.
Tip:
In plaats van 200 gram “zelfrijzend bakmeel” kun je ook 200 gram bloem gebruiken met twee afgestreken theelepels bakpoeder. Dat werkt ook. Ik heb het geprobeerd.