Mij is opgevallen dat heel veel Duitsers (onder meer ikzelf) de neiging hebben om “heeft” en “hebt” door elkaar te halen. (Misschien is het ook alleen dat ze “heeft” in plaats van “hebt” gebruiken, dat weet ik niet zeker, daar zouden misschien de docenten Nederlands meer over kunnen zeggen.) In ieder geval hoor je heel vaak
*Jij heeft.
En ik zit er al heel lang over te peinzen hoezo dat zo is?! Kennelijk is er een foute intuïtie om “heeft” voor de tweede persoon enkelvoud te gebruiken. Waar komt die intuïtie vandaan? Iemand enig idee?
De vraag is waarom zoveel Duitsers het verkeerd doen, lieve @Jan Jan. Ik gok dat er een reden is.
Ik snap bijvoorbeeld heel goed waar de verwarring vandaan komt die soms ontstaat als je “jij” en “jou” door elkaar haalt: In het Nederlands gebruik je zo vaak de onbeklemtoonde vorm “je” dat je even moet nadenken als je tóch “jij” of “jou” nodig hebt.
Die Beobachtung habe ich zwar auch schon gemacht, Ruth, aber eine wirkliche Erklärung dafür fällt mir spontan nicht ein.
Ich stelle vor allem fest, dass viele Deutsche, die Niederländisch lernen, nicht gerne die Form hebt (2. Person Einzahl) nutzen. Mit heeft (3. Person) tut man sich weniger schwer (abgesehen von der Schreibweise, denn in der Praxis wird da gerne mal ein “e” unterschlagen ;))
Warum hebt so unbeliebt ist, kann ich mir nicht erklären. Im Prinzip ist die Beugung Stamm + t völlig regelmäßig. Heeft ist die Ausnahme. Vielleicht drängt sich die einfach in den Vordergrund?
Dat. En misschien draagt de regel dat normaal gesproken de tweede en de derde vorm enkelvoud hetzelfde zijn ertoe bij dat je vaker „heeft“ krijgt dan „hebt“. Dat zou een mogelijke verklaring kunnen zijn.