Dag Elilian,
Dat je de oefening hebt gemaakt, vind ik fijn.
Zo leer je de taal kennen.
Je hebt wat foutjes gemaakt maar ook daar leer je van.
Laten we maar eens kijken.
De opgegeven zin 2 was:
Dag meneer, mijn mevrouw is in verwachting en zij moet nodig naar de wc, zout zij even van het toilet gebruikt mogen maken?
Jouw zin Goedendag[1] meneer!
Mijn vrouw zit in de wachtkamer[2] en ze heeft[3] naar de WC nodig[3a]. Mag[4 ze even van het toilet gebruik maken?
Opmerkingen
[1] Goedendag meneer en Goedendag hoor je niet vaak, gewoonlijk hoor je:
Dat valt reuze mee Emilian,
Ook het leren van een taal lijkt op een lange wandeling:
het doel is ver weg en ligt in de toekomst, dat is nu niet van belang;
de stappen doe je onderweg maakt helpen je vooruit en liggen in het heden,
daar kan je nu al plezier van.hebben.
Hoi Bettina,
Nee, in verwachting was wel goed.
(men zegt ook wel “in blijde verwachting”. “zwanger” is wat ouderwets geworden.)
De laatste fout was “zou zij …gebruik mag maken” in plaats van “zou zij …gebruik mogen maken”
Na “zou zij” of “zij zou” kunnen alleen nog hele werkwoorden (infinitieven) volgen.
Ik **denk[1] ** dat die meneer heeft gedwaald[2] . Ik zal hem[3] even vragen of ik hem kan[3] helpen.
Goede poging Emilian,
[1] Goede correctie: Ik dacht moest zijn Ik denk:
[2] Geen goede correctie: die meneer heeft gedwaald moest zijn “die meneer is verdwaald.” ( heeft gedwaald betekent veelal “heeft zich vergist”, hier betekent het “hij is de weg kwijt” (verdwaald “verirrt”)
[3] Goed alternatief: hem is prima, maar mag worden weggelaten
[4] Goede correctie:kant moest zijn kan goede correctie
Dag Freyja, prima, slechts één probleem:
Ik denk dat de[1] man[2] verdwaald is. Ik zal even vragen of ik hem kan helpen.
[1] de man moest zijn die man ( de man => mannen in het algemeen, alle mannen (de man wil altijd de baas spelen)
[2] man tsja, een man of een meneer? Kan allebei.