De lieve (?) moeder

Langs een wandelpad in de buurt van het Limburgse Valkenburg las ik in oktober op metaalplaten graveerde gedichten, onder meer deze van Jan Hanlo – mij tot dusver totaal onbekend:

      **Jan Hanlo**

      Hoor de merel
                            (De lieve moeder)

     Ja ik luister
                         (Het lieve kind)

Deze twee (of zijn het vier?) verzen doen me denken aan Ernst Jandl. Het lijk of het banaal is maar dan…

“Hoor de merel” zegt de moeder die “lief” wordt genoemt. Het is de opdracht van een moeder om haar kind de wereld te tonen: Kijk daar de zon! Kijk een vogel! enzovoort. Maar wat me op de wandeling ineens opviel was het imperatief: “Hoor” zegt de moeder, en het kind ge-hoor-zamt; om die reden is het een “lief” kind! Maar als het niet zou luisteren – wat dan? Het kind neemt de omgeving, neemt de wereld niet zomaar zelfstandig waar, het reageert (alleen) op bevel van de eigen moeder. Natuurlijk weet ik dat het imperatief (“hoor!”) niet een teken is van onderdrukking in de opvoeding. Mar toch… De herhaling van het woord “lief” klinkt of het moet worden benadrukt dat het kind vooral hoort lief te zijn en dat het dat bereikt door te doen wat de moeder hem opdraagt. De liefheid van de moeder wordt voor mij iets twijfelachtigs. Ik zou de tekst verknappen:

 Hoor!
          (De bevelhebbende moeder)
Ja.
          (Het gehoorzame kind)

Is dat het patroon van opvoeding? Het attribuut “lief” zit tussen haakjes alsof het moet worden benadrukt dat de moeder niet autoritair is. Mag ik een alternatieve versie van Hanlo’s gedicht presenteren:

 Ik hoor de merel zingen, jij ook? Vind je dat ook leuk?
                                                                                     (De lieve moeder)

 Nee hoor, merels zijn stom.
                                                       (Het brutale kind)
1 „Gefällt mir“

Leuk!