Für den deutschen Begriff “immer” gibt es in der niederländischen Sprache die beiden Begriffe “altijd” und “steeds”.
Bisher habe ich kein Muster gefunden, das mir deutlich macht, wann ich “altijd” oder “steeds” nehmen muss. Ich habe nachstehend aus Beiträgen im Forum Beispiele aufgeführt.
Wer hilft mir weiter?
Das einzige, was mir verständlich ist, ist “nog steeds” = “immer noch”. Das ist offensichtlich ein fester Ausdruck.
Beispiele aus Forumsbeiträgen:
Je kunt hier altijd terecht. - Du kannst dich immer an mich wenden./Ich bin immer für dich da.
Ik ben altijd weer verbaasd hoe snel en feilloos je deze … taal oppakt.
Ik zoek altijd mijn bril.
… elkaar de Sinterklaasrijmen voorlezen - die altijd anders geïnterpreteerd werden dan de schrijver zijn bedoeling was.
De columns van Youp van 't Hek zijn steeds leuk om te lezen
Bij dit spel moeten we steeds een nieuw woord bedenken.
Daar ben ik nog steeds trots op!
in vielen Situationen (auch in deinen Beispielen) geht beides, aber es gibt einen kleinen, aber irgendwie doch grundsätzlichen Unterschied in der Verwendung von altijd und steeds im Niederländischen:
altijd = immer steeds = immer wieder, ständig
Wie ist das im Deutschen eigentlich mit immer und stets?
Een suggestie
-„altijd“ en „steeds“ zijn synoniem als bedoeld is: zonder onderbrekingen voortgaande, gedurig, onophoudelijk;
zijn er wel onderbrekingen dan wordt worden „altijd“ en „steeds“ meestal aangevuld met „weer“ = iedere keer opnieuw, herhaaldelijk.
Dus bijvoorbeeld:
De columns van Youp van 't Hek zijn steeds weer leuk om te lezen (=iedere keer opnieuw)
Bij dit spel moeten we steeds weer een nieuw woord bedenken.
Daar ben ik nog steeds trots op! = Daar ben ik nog altijd trots op! (steeds en altijd zijn allebei goed = zonder onderbrekingen trots)
Stets benutzt man soweit ich weiß eher selten (zumindest in der gesprochenen Sprache). Einen Bedeutungsunterschied (zwischen stets und immer) gibt es denke ich nicht wirklich.
Ich bin beruhigt, dass ich im Grunde genommen bei der Verwendung der beiden Wörter nicht wirklich etwas falsch machen kann.
Den feinsinnigen Unterschied den ihr mit „immerwieder“, „steeds weer“ ansprecht, @alex, @Ludo , muss, so sehe ich das, letztlich das Gefühl hergeben. Eure Antworten helfen mir schon weiter.
In Texten in denen ich „steeds“ gefunden habe, war auch wirklich die (gedachte) Ergänzung um „wieder“ hilfreich.
Das deutsche „stets“ ist wohl im Alltag nicht so häufig anzutreffen, @alex, @lFilip . Gefühlsmäßig verbinde ich mit „stets“ eine noch größere Verstärkung einer Aussage , im Sinne von „dauernd“, als mit „immer".
Een poging:
Ik zal er steeds aan denken altijd eerst te denken en daarna te schrijven (ik hoop dat dat lukt).
[details=Taaltipp]Ik zal er steeds aan denken altijd eerst te denken en daarna te schrijven (ik hoop dat dat lukt)
Prima. Steeds en altijd zijn op beide plaatsen mogelijk. [/details]
Maar pas op, soms is het gebruik van altijd en steeds toch verschillend:
altijd: voor altijd, altijd en eeuwig(veraltet „te allen tijde“) => niet mogelijk „voor steeds“;
steeds bij veranderingen (toename, versnelling verharding, etc.): steeds groter, steeds sneller, steeds harder, steeds minder etc. Hier is een wel alternatief mogelijk met altijd => of altijd maar groter, altijd maar sneller, etc.
„Stets“ wird in der Tat vor allem schriftlich benutzt. Nahezu standardmäßig taucht es in Zeugnistexten auf: „Er war stets bemüht…“, „…stets zu unserer vollen (oder ‚vollsten‘) Zufriedenheit erfüllt“ usw.
Das ist bei Arbeitszeugnissen ja nahezu ein Geheimcode. Wenn „stets“ beispielsweise in bestimmten Sätzen fehlt, kann das negativ ausgelegt werden, wenn die Zufriedenheit nur „voll“ und nicht „vollst“ war, ist das nicht ganz so gut usw. …
Ich habe nachstehend aus Beiträgen im Forum Beispiele aufgeführt.
