Alle of allemaal?

Sie sprechen alle verschiedene Sprachen. = Ze spreken allemaal verschillende talen.

Waaroom allemaal en niet alle?

Kan iemand dit uitleggen, alsjeblieft.

Groetjes,
Andrea

Volgens mij kan het allebei, maar moet je ‘allen’ gebruiken.

Met het woordje “allemaal” kun je een complete verzameling van objecten, personen of dieren benoemen. Het woord “allemaal” komt dan wel na het meervoud van het substantief.

Bijvoorbeeld:
De mensen vertrekken allemaal op vakantie.
De honden slapen allemaal.
De kasten zijn allemaal leeg.

Allemaal kan ook na een meervoudsvorm van een persoonlijk pronomen komen.

Ze vertrokken allemaal op tijd.
We moeten allemaal op tijd naar bed.
Ik breng jullie allemaal naar huis.

Dit laatste is zoals het in jouw zin gebruikt wordt.

Het woordje “alle” staat voor een meervoud van een substantief. Je benoemt er een complete verzameling van objecten, personen of dieren mee.

Alle mensen vertrekken op vakantie.
Alle honden slapen.
Alle kasten zijn leeg.

Correctie van je vraag: zoals ik al schreef zou hier niet ‘alle’ maar ‘allen’ moeten gebruiken. Het gaat om mensen en om meer dan één persoon en ze worden niet rechtstreeks genoemd: dan gebruik je ‘allen’ (met een n). Gebruik je er een zelfstandig naamwoord bij, dan gebruik je ‘alle’.

5 „Gefällt mir“

Danke Frank! Ist es so deutlich, Andrea?

Hier noch eine kleine Ergänzung:

Ze spreken alle verschillende talen hieße auf Deutsch:

Sie sprechen alle verschiedenen Sprachen, die es gibt.

Und das meintest du nicht, oder? :wink:

3 „Gefällt mir“

Dank je wel voor het antwoord, @BrutallyFrank.

De voorbeeldzinnen zijn zeer goed.

Groetjes,
Andrea

Ja, die Erklärung von Frank ist sehr gut.

Besonders die Beispielsätze sind hilfreich. (Kann man da behulpzaam nehmen, ich finde das Wort hört sich in diesem Fall komisch an, aber eine andere Übersetzung habe ich nicht gefunden.)

Nog een aanvullend voorbeeld:
Stel : Er zijn tien ééntalige mensen, en alle tien talen zijn verschillend.
Ze spreken alle tien een verschillende taal, = allen spreken verschillende talen, of allemaal spreken ze een verschillende taal.

En nog eentje:
Alle mensen hebben Duits geleerd = Allen hebben Duits geleerd…

‘Hilfreich’ is inderdaad ‘behulpzaam’, maar dat is geen goede vertaling. Wellicht dat de woorden ‘nuttig’, ‘handig’ of ‘bruikbaar’ beter passen.

1 „Gefällt mir“

Ja, das habe ich mir schon gedacht, dass das Wort “behulpzaam” hier nicht passt.

Personen können behulpzaam sein. In diesem Fall

was Frank je behulpzaam, Andrea :slight_smile:

1 „Gefällt mir“

Het gebruik van alle in het Duits heb ik altijd moeilijk gevonden.

In het Nederlands is er zoals gezegd alle, en allen wanneer het over personen gaat (ze waren allen aanwezig, synoniem = allemaal).

Maar bestaat allen met -N überhaupt in het Duits?

Enkele voorbeelden:

  • Hallo Sie alle(n)
  • Ihr seid alle(n) so hilfsbereit

In het Nederlands zou er hier een -N vereist zijn, maar wat zijn de regels daarvoor in het Duits?
Wanneer het een Dativ Plural betreft, moet er sowieso een -N staan, vb. aus allen Wolken fallen.
Maar zijn er nog andere gevallen waar er een -N kan (of moet) staan na alle?

1 „Gefällt mir“

Das wäre auf Deutsch „behilflich“, das ist dann auch von der Wortmorphologie her dem „behulpzaam” ähnlicher.

1 „Gefällt mir“