de rel - de rek
de rek - de rem
1 „Gefällt mir“
de rem - de eer
de eer - de zee
de zee - een
een - de den (dennenboom)
1 „Gefällt mir“
de den - dun
dun - dan
dan - het dak
het dak - het dek
het dek - de eik
de eik - de sik
sik - kus
de kus - de kas (meerdere mogelijke betekenissen: geldla, broeikas, oogkas)
2 „Gefällt mir“
de kas - de tak
1 „Gefällt mir“
de tak - de kan
de kan - de kam (haarkam, hanenkam, bergkam)
kam - kom
de kom - de som
de som - de mot