Verwarrende voorzetsels / verwirrende Präpositionen

Niet alleen de lidwoorden kunnen verwarrend zijn, maar ook de voorzetsels.

Misschien kunnen we dat op een speelse manier leren?

Mijn idee is:

Iemand schrijft een zin met een voorzetsel. De ander schrijft de vertaling en daarna een nieuwe zin.

Ik begin met:

Ich arbeite in einer Schule. =

Tipp:

Das Sprachspiel von @Ruth ist auch super. Verwarrende lidwoorden / Unterschiedliche Artikel - eine gute Übung.

PS: Schrijf alsjeblieft beide zinnen. ( de Duitse en de Nederlandse). Ik denk ook dat het helpt om de verschillende voorzetsels vetgedrukt te maken.

5 „Gefällt mir“

Ich arbeite in einer Schule. = ik werk op een school

Wie geht es Ihnen an diesem schönen Morgen? =

3 „Gefällt mir“

Ik probeer het eens:

Hoe gaat het met u op deze mooie morgen?

2 „Gefällt mir“

Ich bin allergisch gegen Werbung = Ik ben allergisch voor reclame.

3 „Gefällt mir“

Klopt!

1 „Gefällt mir“

So können wir es natürlich auch machen, dass man einfach Sätze schreibt. Ja, das ist sogar noch besser, Michaela. Gute Idee.

Doch denkt daran, die Präpositionen fett zu markieren.

Natuurlijk kunnen we dat doen door eenvoudig zinnen te schrijven. Ja, dat is nog beter, Michaela. Goed idee.

Maar vergeet niet om de voorzetsels vetgedrukt te markeren.

4 „Gefällt mir“

Op de hoek van de straat staat het stadhuis - An der Straßenecke steht das Rathaus

3 „Gefällt mir“

Ich suche nach meiner Regenjacke. Ik ben op zoek voor mijn regenjas.
Stimmt das so? Klopt dat?

1 „Gefällt mir“

Over het algemeen zeggen we dat ‘we op zoek zijn naar…’ :wink:

2 „Gefällt mir“

Dank je wel :slight_smile:
Da ist gleich ein neues Beispiel:
over het algemeen - im allgemeinen

5 „Gefällt mir“

Ja, und eigentlich ist over het algemeen sogar eine Kontamination: Von over het geheel genomen und in het algemeen.

Over het algemeen wird heutzutage aber oft benutzt, und heißt soviel wie meistens. Beispiel: In maart kun je over het algemeen niet meer op open water schaatsen.

In het algemeen heißt etwa im Großen und Ganzen oder generell. Beispiel: We spreken over het voorkomen van ongelukken in het algemeen (en niet over hoe alleen het ongeluk van gisteren voorkomen had kunnen worden).

6 „Gefällt mir“

Ik nodig je uit voor mijn verjaardag. = Ich lade dich zu meinem Geburtstag ein.

4 „Gefällt mir“

een formulier invullen – ein Formular ausfüllen

5 „Gefällt mir“

zich ergeren aan iets - sich ärgern über etwas

3 „Gefällt mir“

Aber es heißt doch: zich ergeren, bzw. sich ärgern, Verena …

Oh ja :open_mouth:, ik heb het verbeterd

1 „Gefällt mir“

Ik ben moe en ga naar bed. = Ich bin müde und gehe ins Bett.

Ik ga naar huis. = Ich gehe nach Hause.

Voor Duitsers is dit gemakkelijk te onthouden.
Hier is mijn zelfgemaakte ezelsbrug: naaR = Richtung

3 „Gefällt mir“

Hier in het noorden zeggen wij ook ‚ik ga op bed‘ om de verwarring nog groter te maken :wink:

2 „Gefällt mir“

Ik moet de afspraak tot later uitstellen - Ich muss die Verabredung auf später verschieben

4 „Gefällt mir“

Hoe kom ik bij het vliegveld? = Wie komme ich zum Flughafen?

3 „Gefällt mir“