In de roman ‟Allerzielen‟ (Cees Nooteboom) voeren twee Nederlanders in Berlijn een gesprek over Toon Hermans van wie ik nog nooit tevoren heb gehoort. Met behulp van het internet kon ik deze komiek leren kennen. Het best beviel mij ‟Professor Rötelflöt‟: Toon Hermans beweert dat hij samen met deze Zweedse psychiater een boek over de “belachelijke” moeheid heeft geschreven. Rötelflöts ‟Analyse‟ - hij bedoelt de vrouw van Rötelflöt, Analiese (!) Rötelflöt - heeft het ‟vöörwöörd‟ van dit boek geschreven: Hermans is een beetje verward vanwege de vele zweedse ö’s… Het boek over moeiheid zou zijn verschenen bij uitgever ‟De luie wesp‟ - hier maakt Hermans een grap omdat het een tijdje duurt voordat het publiek begrijpt (De luie wesp / De bezige bij). Veel plezier met Toon Hermans:
1 „Gefällt mir“
Nederlandse Artiest van de Eeuw. Hij beschouwde zichzelf als een clown.