Als iemand bijvoorbeeld zegt: “Ik heb geen tijd.” En je wilt dat dan later aan iemand gaan vertellen. Welke van de volgende twee oplossingen is dan goed?
- Hij zei dat hij geen tijd heeft.
- Hij zei dat hij geen tijd had.
Als iemand bijvoorbeeld zegt: “Ik heb geen tijd.” En je wilt dat dan later aan iemand gaan vertellen. Welke van de volgende twee oplossingen is dan goed?
Hier gilt das Prinzip der Kongruenz:
Hij zei (Imperfekt) dat hij geen tijd had (Imperfekt)
Das macht die indirekte Rede im Niederländischen deutlich einfacher, da sie keinen Konjunktiv erfordert wie im Deutschen (“Er sagte, dass er keine Zeit habe”). Ich meine, irgendwann mal gelesen zu haben, dass es im Niederländischen früher auch so etwas wie den Konjunktiv in der indirekten Rede gab. Wie sah der dann aus?
Das muss dann aber wirklich sehr lange her sein, Oliver.
Hier steht nur „früher“. Ist aber vielleicht auch keine sehr zuverlässige Quelle