Nou, het punt is dat ik op de middelbare school nooit Duits heb gehad. Alleen Engels, waarvoor ik een 2 heb gehaald (in Nederland is dat vreselijk slecht…) Ik ben nu 47 en twee jaar geleden (voor twee jaar terug mag ook) ben ik begonnen met Duits, vanuit het Fries. Dat ik in een half jaar Fries heb geleerd, is dat met Duits wel anders.
Toch herken ik veel dingen als ik (oud)-Nederlands en Duits naast elkaar leg. Zo kennen wij de vrouw des huizes en hebben we het Koninkrijk der Nederlanden. Dat zijn de oude naamvallen die het Nederlands vroeger ook heeft gehad. Dat maakt het weer interessant. Daarnaast spreken wij ook van überhaupt, ben je zo weit, gaan wij regelmatig abseilen, is onze buurman een Einzelgänger, en kent men zijn Pappenheimers: weten met wie men te maken heeft.
Ik zal het ook wel redden, maar het kost gewoon heel veel tijd.
hartelijk welkom! Zo te zien, moet ik heel blij zijn, dat Duits mij moedertaal is. Omdat ik daardoor geen problemen met de Duitse naamvallen moet hebben. Er zit trouwens nog een Duits woord in het Nederlands, het woord “sowieso”
Nicht erschrecken, es ist sehr umfangreich, dafür aber mit vielen Beispielen und Übungen.
Und dank des Inhaltsverzeichnisses kann man sich auch direkt zum gewünschten Kapitel führen lassen.